Gisteren behandelde D.A. Carson in “For the Love of God” 1Tim3, met de voorschriften voor opzieners van een kerk of gemeente (samen met de diaken één van de in de Bijbel vermelde kerkelijke ambten). Hier een stukje vrije vertaling:
1) Tot op een bepaald niveau legt Paulus geen overdreven hoge eisen op voor een opziener. Er is geen elitaire scholing vereist, geen bijzondere persoonlijkheid, je hoeft niet tot de aristocratische kringen te behoren, en je hoeft ook geen speciale leiderschapscapaciteiten te bezitten. De opsomming vermeldt zaken als niet dronken worden, niet twistziek zijn en dergelijke.
2) Met uitzondering van 2 kwalificaties wordt alles wat in deze lijst voorkomt, op andere plaatsen in de Bijbel ook opgelegd aan iedere christen. De opziener moet bijvoorbeeld “gastvrij” zijn (3:2), maar hetzelfde wordt verwacht van alle christenen in Hebreeën 13:2. Christen opzieners mogen geen drankprobleem hebben (“geen drinkers”, 3:3), maar andere christenen mogen dit al evenmin. Met andere woorden: wat de christen opziener in eerste instantie moet kenmerken, is dat hij de soort genade en maturiteit aan de dag legt die zonder uitzondering van elke christen vereist wordt.
Dus moet de christen opziener een voorbeeld zijn van hoe het christenleven er eigenlijk hoort uit te zien. In die zin ligt de lat in zijn geheel wel degelijk hoog.
3) De 2 kenmerken die specifiek zijn voor de opziener zijn de volgende: (a) De opziener moet geschikt zijn om te leren (3:2). Dit veronderstelt zowel de kennis en de vaardigheid om die kennis te communiceren. Dat is de onderscheidende functie van dit ambt. (b) De opziener mag “geen pasbekeerde” zijn. Dit sluit sommige christenen duidelijk uit. Wat “pasbekeerde” betekent, zal zonder twijfel verschillen volgens de leeftijd en matureit van de gemeente, aangezien dit criterium relatief is volgens hoe recent anderen tot bekering zijn gekomen.
4) Het nauw verband tussen thuis en de kerk (3:4-5) is behoorlijk verbazingwekkend. Niet elke christen vader komt in aanmerking om een opziener te zijn in de kerk; maar elke christen vader wordt in ieder geval wel verondersteld om een opzienersfunctie te vervullen in zijn eigen huis.
5) Diverse kenmerken zijn verbonden met de specifieke verantwoordelijkheid van het ambt. Als hij moet onderwijzen, dan moet de opziener gastvrij zijn, een goede reputatie hebben bij mensen die buiten de gemeente staan, hij mag niet twistziek zijn, en niet aangetast door liefde voor geld. Wie louter theologische boekenworm is maar geen liefde bezit voor mensen, zal het niet redden.
In “For the Love of God”, geeft D.A. Carson voor elke dag 4 Schriftgedeeltes waarmee je in een jaar doorheen de hele Bijbel leest, met voor elke dag een overdenking die je helpt om één van de gelezen hoofdstukken beter te verstaan. Abonneer je gratis op de mailversie via www.christwaymedia.com.
Toch lees ik dat de leider nog aan enkele andere "voorwaarden" zou moeten voldoen, die hier niet echt naar voren komen.
BeantwoordenVerwijderenMijn ervaring leert dat het "leren" als maatstaf wordt genomen om "leider" te kunnen zijn.
Terwijl ik zie dat de leider moet kunnen leren, dwz dat hij desnoods moet kunnen leren, maar niet als eerste en/of enige voorwaarde.