dinsdag 23 oktober 2007
Misvattingen rond de wederkomst
Je krijgt o zo makkelijk misverstanden rond de terugkomst van Jezus Christus. Soms komt dit door onwetendheid, soms door een verkeerde nadruk. Als je je baseert op de 2de brief van Paulus aan de Thessalonicenzen, en meer bepaald op de eerste 12 verzen van het 2de hoofdstuk, dan merk je dat die gevaren ook al aanwezig waren in de eerste gemeente.
We houden er tal van verwrongen denkbeelden over dit onderwerp op na. Paulus schrijft bijvoorbeeld in 1Thess4:17: “daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht”. Veel van de huidige bijbelgeleerden leggen dit uit alsof Paulus de wederkomst van de Heer nog tijdens zijn eigen leven verwachtte, en dat hij dus verkeerd was.
In werkelijkheid is 1Thess4:17 niet meer een bewijs van Paulus geloof in Christus’ wederkomst gedurende zijn leven, dan dat 1Kor6:14 een bewijs is dat Paulus zou geloofd hebben dat Christus niét zou terugkomen terwijl hij nog leefde. Daar schrijft Paulus: “God nu heeft de Heer opgewekt en zal ook ons opwekken door zijn kracht”. Hoewel hij op beide plaatsen in de ik-vorm schrijft, identificeert Paulus zich daar simpelweg met de christenen die dit in de praktijk zullen mogen genieten – hetzij het ontmoeten van de Heer en dus aan de dood ontkomen, of het sterven en dan uiteindelijk terug opgewekt worden uit de dood. Maar de misvatting is in onze dagen wijdverspreid.
De misvatting achter 2Thess2:1-12 is niet helemaal duidelijk, maar blijkbaar hadden de Thessalonicenzen een brief ontvangen die valselijk aan Paulus toegeschreven werd, maar dan zonder zijn bekende handschrift en zonder zijn handtekening op het einde (reden waarvoor Paulus er zijn lezers speciaal attent op maakt in 3:17).
Die eerste misleidende brief had blijkbaar wel enkele Thessalonicenzen kunnen overtuigen dat de “dag van de Heer” al aangebroken was (2:1-2). Ofwel waren ze op de een of andere manier dan toch achtergelaten, of anders had men hen een soort van “reeds-vervulde” uitleg van de toekomst gegeven, die probeerde alle zegeningen van de redding voor het huidige leven te bewaren. Als je van dit laatste uitgaat, dan kan er na de dood misschien wel een onsterfelijk leven wachten, maar dan is het niet meer nodig dat Jezus Christus persoonlijk terugkomt, of dat er een verdrukking of oordeel of triomfantelijke regering volgt.
Dus geeft Paulus enkele redenen voor het feit dat de dag van de Heer nog niet gekomen is. Daarin volgt hij het voorbeeld van de Heer Jezus, die ook leerde over zij die zichzelf valselijk voor de Christus zouden uitgeven (Mt24:23-27). Bepaalde dingen moeten plaatsvinden voor de Heer Jezus terugkomt, en dan zal hij heel duidelijk en definitief komaf maken met de tegenstand “door de adem van zijn mond” en “door de verschijning van zijn komst” (2:8). De leugens kunnen misschien zelfs gepaard gaan met en ondersteund worden door “allerlei krachten en tekenen en wonderen (2:9); maar in de kern echter gaan mensen verloren omdat ze weigeren om de waarheid lief te hebben (2:10). Vroeg of laat spreekt God het oordeel over hen uit door hen de dwaling te sturen die ze verkiezen.
Naar D.A. Carson, For the Love of God, 21 okt. (www.christwaymedia.com)
Labels:
Bijbel,
Carson,
Christus,
overdenking,
wederkomst
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten