Sinds gisteren heb ik Yancey's boek over gebed uit. Misschien dat ik er af en toe nog eens naar teruggrijp voor een kort citaat. Maar toch een beetje als afronding: een boekbespreking van Yancey's "Bidden" door Aad Kamsteeg voor CV-Koers:
Heeft bidden eigenlijk wel zin? Veel christenen zullen die vraag in stilte stellen. Philip Yancey stelt hem hardop.
Als ik de begaafde publicist Philip Yancey wil typeren, noem ik hem bijbels realistisch. Zijn schrijven spreekt mij sterk aan. Wie schrijft er nu boeken als "Teleurgesteld in God" en "Hoe mijn geloof de kerk overleefde"? Dat doet alleen iemand die niet bang is hardop vragen te stellen die eerder duiden op twijfel dan op zekerheid. Iemand die eerder vanuit zijn nood roept ‘Kom mijn ongeloof te hulp’ dan dat hij komt met stoere belijdenissen van een welvaarts- en gezondheidsevangelie. Iemand die niet alleen maar Opwekkingsliederen zingt, maar die zich ook herkent in de psalmendichter die met God worstelt, die erkent dat kruisdragen nog niet tot het verleden behoort.
Dat bijbelse realisme treft me ook in Yanceys jongste boek "Bidden". Overigens ligt de Engelstalige titel dichter bij de typering die ik zojuist van de schrijver gaf: "Prayer – Does it make any difference?"
Wat helpt bidden tegen klimaatvervuiling, terrorisme, aids in Afrika? Heeft iemand die veel biddende vrienden heeft meer kans om van kanker te genezen dan iemand voor wie slechts een enkeling bidt? Wat moeten we aan met de uitroep van een moeder dat God groot is omdat Hij haar kind van verdrinking heeft gered, terwijl in haar kerk een andere moeder zit die haar dode kleuter uit een sloot moest halen?
Ik heb zo langzamerhand heel wat recensieboeken over bidden gelezen. Eerlijk gezegd ben ik – afgezien wellicht van "Ik zeg Papa" van Larry Crabb – het meest onder de indruk van Yancey. Hij schrijft geen gids met gebedstechnieken en stappenplannen met grote beloften, maar dwaalt rond als een reiziger die veel van de wereld zag en nadenkt over God. Hij ervaart bidden als een basisbehoefte, maar signaleert tegelijk dat er vaak een kloof tussen theorie en praktijk bestaat. Veel mensen ervaren bidden meer als een last dan een lust.
Yancey leerde bidden niet zozeer te zien als manier om via ervaring Gods aanwezigheid vast te stellen, maar als manier om te reageren op Gods aanwezigheid. Dat laatste heeft te maken met geloof en vertrouwen, ook al ziet een mens geen bewijzen. Geloof maakt dat Yancey bij God en zijn grootheid en heerlijkheid begint. Hij waarschuwt in dat verband tegen de bijziendheid van bidders die de rollen omdraaien en denken dat God er is om hun van dienst te zijn. "Ik heb de indruk dat ik vaak aan de verkeerde kant begin, stroomafwaarts met mijn eigen zorgen."
Yancey is een begenadigd schrijver die over veel levensechte illustraties beschikt. Dat maakt dat zijn vijf hoofdstukken blijven boeien. Hij vraagt zich af: ‘Waarom zou ik bidden?’ en ‘Wat maakt bidden uit?’ Hij confronteert zich met ‘onverhoorde gebeden’ en constateert dat "wanneer er verder niemand luistert, het nauwkeurigst duidelijk wordt wie je gelooft dat God is". Bij de lezer zal er steeds herkenning zijn. Want net als hij is Yancey een mens van vlees en bloed.
Het bijbelse realisme vinden we ook in de gedeelten over gebed en lichamelijke genezingen. Terwijl de verwarring hierover nog steeds groot is, legt Yancey mijns inziens juiste accenten. Om misverstanden te voorkomen: Yancey heeft het bij ‘wonderen’ over het plotseling doorbréken van vaste natuurwetten, zoals die van onze anatomie. Het gaat dan dus niet over het opmerkelijk grote potentieel dat God zelf in ons lichaam legde om te genezen of over de positieve invloed die onze geest (psychosomatisch) kan uitoefenen op dat proces.
De schrijver heeft tijdens reizen in ontwikkelingslanden betrouwbare getuigenissen gehoord over wonderen, uitzonderlijke bovennatuurlijke interventies. Wat hem daarbij vooral opvalt, is de inconsistentie: er zit geen systeem in. Ook Jezus kwam niet op aarde om de wetten van de natuur te veranderen. Hij genas mensen die Hij in de loop van de dag zo tegenkwam.
Laten we ook nuchter zijn. Bidden om wonderlijke genezingen mag. Maar bidden we ook of God het soms vernederende verouderingsproces bij onze ouders wil omkeren, of Hij het geamputeerde been van een gewonde militair laat aangroeien, of Hij bij een neerstortend vliegtuig de zwaartekracht buiten werking wil stellen? We leren allemaal onze gebeden aan te passen aan de door God geschapen natuurwetten.
We willen allemaal zielsgraag dat het mensen van wie we houden voor de wind gaat. Maar intussen ontdekte Yancey wel dat het Koninkrijk van God méér groeide door de manier waarop christenen in vertrouwen hun lijden verwerkten dan door wonderen. Toen Yancey Gebeden van Martelaren las, zag hij "hoe weinig mensen baden om bevrijding, terwijl de leeuwen in de arena op de achtergrond brulden. Ze baden om hun familie die achterbleef, om volharding in geloof, om kracht om de dood zonder beschaamdheid te verdragen".
Philip Yancey, Bidden, Uitgeverij Van Wijnen, Franeker 2007, paperback 411 blz., € 19,95.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten