"Jezus heeft ons niet alleen geleerd hoe we moesten bidden, Hij heeft het ons ook laten zien. Nooit heeft Hij voorrang gegeven aan iets dat tussen Hem en zijn Vader in zou komen te staan. Natuurlijk wilde Hij een koud glas water na een lange, hete voettocht; maar niet als dat ook maar een centimeter afstand zou scheppen tussen Hem en zijn Vader. Als het gebruik van zijn krachten om Zichzelf te beschermen het komen van het Koninkrijk van zijn Vader zou tegenhouden, zag Hij ervan af. In Getsemane vroeg Hij om gespaard te mogen blijven voor het kruis; voornamelijk omdat Hij wist dat zijn Vader Hem zou verlaten als Hij daar hing. Dat vooruizicht joeg Hem meer angst aan dan de spijkers.
Zelfs daar in Getsemane vertrouwde Hij zijn Vader al zijn lasten toe. Hun relatie, een ongelooflijk eerlijke relatie, was alles voor Hem. Net als ieder ander mens verheugde Hij zich niet in het vooruitzicht van marteling. Maar in tegenstelling tot ieder ander mens was Hij bereid de verscheurende pijn van de ultieme eenzaamheid te ervaren omdat (en ik zou het nooit durven zeggen als het niet in de Schrift stond) het zijn Vader behaagde Hem te verbrijzelen. Nooit heeft het de Vader behaagd om ook maar iemand te verbrijzelen. Maar de pijn van niemand anders dan Hem kon ons in de familie brengen waarin God Zichzelf kon openbaren als onze Papa.
De relatie tussen Christus en zijn Papa was de drijvende kracht achter ieder verzoek dat Hij deed. De relatie ging vooraf aan de vraag. Zijn leven is een diepgaand voorbeeld van het punt dat ik probeer te maken, namelijk dat het krijgen van God Zelf oneindig meer waard is dan het krijgen van dingen van God."
Larry Crabb, "Ik zeg PAPA", pag. 74-75.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten