Op kerstavond werkte ik mee aan een avond voor kansarme en/of eenzame mensen. Ik mocht er ook iets doorgeven over het evangelie. Hieronder de hoofdlijnen uit die boodschap.
Een van de dingen die me uit het bijna voorbije jaar het meest zijn bijgebleven, waren de foto’s hierboven. Je staat eerst verwonderd over de grootheid van de aarde. Met 6 miljard zijn we ondertussen. Maar foto na foto zie je de aarde vervagen tot een stip, vergeleken met de andere reusachtige hemellichamen.
Hoe klein voel je je dan? We zijn een speldekop op een zandkorrel.
Op zo’n moment kan kan ik mij echt wel iets voorstellen bij de tekst uit Psalm 8 en Hebreeën 2:6: “Wat is de mens dat Gij hem gedenkt?”
Waarom zou God naar ons omzien?
En nochtans is dit feit precies wat Hij gedaan heeft. Dit is wat we elk Kerstfeest in herinnering brengen: dat God aan de mensen dacht, hen liefhad en naar de aarde kwam.
‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’ (Matt1.23).Dit is een feest waard!
Maar waarom is dit een feest waard? Wat is er zo heuglijk en verwonderlijk en prachtig aan die gebeurtenis, dat ze al eeuwenlang overal ter wereld gevierd wordt? Is het puur een leuke traditie, dat Jezus hier kwam? Als het gewoon is dat God aan ons dacht en eens kwam kijken, dan hebben we daar toch niet veel aan.
Maar laat me illustreren met de volgende situatie uit een gewoon Vlaams gezin. Met de Kerst en met cadeautjes.
Het was al een hele tijd dat de kleine Geert een kasteel van Playmobil vroeg aan zijn ouders. Maar bij Playmobil heb je verschillende kastelen.
Je hebt het grote kasteel van de goede ridders, en je hebt een klein kasteel van de slechteriken.
Natuurlijk vroeg Geert niet het kleine kasteel, maar het grote kasteel.
En zijn ouders hadden erover beraadslaagd wat ze gingen doen. Geen van hen kwam uit een rijk gezin, en ze hadden nooit echt dure cadeaus gegeven met de Kerst. Maar ze wisten dat hun zoontje dit kasteel verlangde boven alle andere verlangens. Na lang nadenken kwamen ze tot het besluit om een kasteel te kopen, maar niet het grote kasteel. Het zou het kleintje worden.
Kerst en nieuwjaar kwamen, en het grote moment was aangebroken. Het pak werd bovengehaald. Even dacht Geertje: dit kan niet waar zijn ... Waauw. Hij opende het, twijfelde even tussen blijdschap en teleurstelling, maar toonde toch vooral dankbaarheid. Hij speelde er maanden mee.
Nu kwam de volgende Kerst er aan, en Geertje had eigenlijk opnieuw maar 1 groot verlangen: het grote kasteel. Zijn ouders beseften dat dit was wat hij echt graag wilde. Ze hadden gezien dat het niet een snel voorbijgaande gril van hem was, en deze keer besloten ze daarom om deze keer een inspanning te doen en het potje voor zijn verjaardag en alle andere feesten in één keer aan te spreken. Ze kochten het grote kasteel. Kleine Geert content natuurlijk.
Hij ging meteen spelen. Na een halfuurtje ging papa kijken hoe Geert zich amuseerde. Zijn zoon genoot duidelijk. En daarom genoot papa. Geert merkte op dat zijn vader stond te kijken en dacht even na. Toen stond hij op, rende naar zijn spaarpot, en haalde er de enige euro uit die erin zat. Hij gaf hem aan zijn papa: “Hier papa, ik weet dat dit zeer veel kost, en ik wil helpen betalen.”
Is dit wat vaders uiteindelijk willen? Dat hun zoons alle inspanningen vergoeden? Nee! Dit was ook wat de vader hier tegen zijn zoon zei: papa wil maar één ding, dat is dat jij geniet van wat ik voor jou gedaan heb. Je kunt me geen groter plezier doen dan intens te genieten van het spelen met je kasteel.
Velen van ons zijn tegenover God als deze zoon: we proberen op de een of andere manier om God terug te betalen voor alles wat we gekregen hebben. We hebben zoveel gekregen van God: elke dag leven, velen een goede gezondheid, een job, eten, vrienden, zon, enz. Alsof we dit met onze ene euro ooit zouden kunnen terugbetalen tegenover zulk een machtig God, die alles kan en die uiteindelijk eigenaar is van alles.
Maar wat erger is: als we eerlijk zijn, dan zijn we vaak niet als deze zoon. Weet je hoe we handelen? We staan recht terwijl onze hemelse Vader naar ons kijkt, we maken ons kwaad en zeggen iets van: “Wat doe jij hier? Dit is wel mijn kasteel, hé! Jij moet hier helemaal niet zijn. Buiten! Ik wil je nooit meer zien. Ik ben de baas over mijn kasteel en het is mijn leven.”
Is dit fair? Tegenover een almachtig God? Neen! Ik denkt dat we het er allemaal wel over eens zijn: een kind dat zo handelt, verdient straf.
Dit is waarom Christus op aarde kwam, dit is ook waarom we feest vieren: Hij nam de straf die wij verdienden op zich.
Hij was de gehoorzame, de liefdevolle zoon van God. In alles. Tot de dood toe. De kruisdood. Hij kwam omdat wij de allerzwaarste straf verdienden: de doodstraf. Zo erg hebben we tegenover God gehandeld.
Maar God wil graag de relatie herstellen. Dit is de boodschap van Kerst. Dat de grote God die alles geschapen heeft, uit liefde mens geworden is. Want Hij wil graag de relatie met ons herstellen. Dit is de ware vrede op aarde die alleen Hij jou kan aanbieden.
De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, (... ) Geef hem (je zoon) de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ (Mat1:20-21)
Hoe ga jij om met dit grote geschenk van God? Wil je het aanvaarden?
Er zijn uiteindelijk slechts 2 mogelijkheden: of jijzelf zult op een dag de straf dragen die je verdient, of je kunt een beroep doen op het feit dat Christus dit voor je deed. Aan jou en elk van ons deze belangrijke keuze. Zonder Christus is kerst mis.
Maar leer je Christus kennen, dan wordt kerst pas echt zalig. Dit is ook wat ik je van harte toewens: een Kerst waarin je Christus wél degelijk nabij weet. Emmanuel, God met ons.
Vrolijk kerstfeest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten