donderdag 6 december 2007

Een handvol goddelijke kritiek

In het christenleven is er plaats voor kritiek: op een godvrezende manier kritiek geven en kritiek krijgen. Mark Dever lanceert op de blog van zijn gemeente enkele suggesties om op een goede manier kritiek te geven.

‘Spreuken 26:28 zegt: “Een leugenachtige tong haat hen die zij kwelt, en een gladde mond bereidt verderf.” Ik denk dat christenen, en in het bijzonder verantwoordelijken, woorden moeten spreken die een weerspiegeling zijn van een hart van wijsheid en liefde tegenover hen met wie spreken. Het is in verband met die opdrachten en mogelijkheden (en vanuit mijn falen om dit goed te doen!!) dat ik deze 5 punten van kritiek geef. Hier verschillende ideeën over HOE kritiek best gegeven wordt:

1. Direct, niet indirect.

(...) Als je niet oplet zul je regelmatig meemaken dat mensen naar je kritische woorden luisteren en zich ondertussen zullen afvragen “wat je nu eigenlijk wilt zeggen”.

2. Ernstig, niet al lachend.
(...) Waarschijnlijk kies ik voor humor uit vrees voor mensen. Ik wil dat ze van me houden, en daarom wil ik hen niet direct confronteren. Ik wil de mogelijkheid bewaren om mijn eigen woorden te relativeren als hun kost hoger uitvalt dan ik had ingeschat. Humor kan daarin een bruikbaar instrument zijn. (...) Ik zou moeten beter weten. Ik zou moeten weten dat als iets waard is om gecorrigeerd te worden, ik de ander respect betoon door dit met ernst aan te pakken. Ik moet nooit lacherig doen over iets waar ik werkelijk bezorgd over ben in iemand anders, zonder dat ik er eerst ernstig met hem of haar over gesproken heb.

3. Als belangrijk, niet als een tussendoortje.
Gelijklopend met het vorige punt, maar er toch van verschillend, is de idee dat de ander verdient dat ik een zekere belangrijkheid aan het onderwerp hecht, of dat ik waarschijnlijk anders helemaal geen correctie zou moeten willen overbrengen. (...) Leg geen beslag op de emotionele energie van de ander door kritiek te geven, als de zaak waarover het gaat niet echt heel belangrijk is.

4. Onder vier ogen, niet publiek.

Een opmerking bij andere mensen kan negatief effect hebben op hun mening over de persoon op wie je kritiek hebt. Waarschijnlijk zal je hen niet allen de nodige uitleg kunnen geven over de grond en soort van je kritiek. (...) Je vriend (die voorwerp is van je kritiek, J.L.) zal waarschijnlijk makkelijker in de verleiding van de boze komen om zich af te vragen wat anderen wel van hem zullen denken (en misschien mensen meer vrezen dan God, J.L.). Je eert hem beter door kritiek in de private sfeer over te brengen.

5. Uit liefde en niet om je gevoel van frustratie over te brengen.
Het is interessant te zien hoe mijn “eerlijkheid” soms geïnspireerd wordt door mijn eigen frustraties. Goede kritiek zou niet “frustratiegedreven” zijn, maar gedreven door “jouw nood”. Als ik ooit kritiek lever op een vriend, dan zou het moeten gebeuren op het moment en op de manier die hem best zal dienen. Niet de manier die het makkelijkst is en emotioneel meest bevredigend. Een manier waarop we liefde betonen is door eerlijk te bemoedigen (niet te slijmen) over de gebieden waarop Gods genade duidelijk te zien is in het leven van je vriend. Hoe meer ze kunnen merken dat we dit echt voor hun goed doen, dat we hen liefhebben en dat we echt het goede in hen zien, hoe minder snel ze trots onze kritiek naast zich neer zullen leggen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten