dinsdag 25 september 2012

'Er is geen ander evangelie, er zijn alleen maar mensen die u in verwarring brengen' (Gal. 1)



2 Samuël 21, Galaten 1, Ezechiël 28, Psalm 77
De openingszinnen van de brieven van Paulus zijn gewoonlijk met grote zorg geschreven. De eenvoudigste vorm van brieven in de oude Griekse wereld was: ‘Van mij, aan jou, Groeten’ – vaak gevolgd door een bepaalde verklaring van dank, en dan de body (het hoofddeel) van de brief.

Maar het is Paulus’ gewoonte om te ‘sleutelen’ aan elk onderdeel om te anticiperen op wat er nog volgt in de rest van de brief. Een studie van zijn brief als geheel verrijkt dus ons begrip van zijn openingszinnen – en vice versa (Gal. 1:1-5).

(1) Paulus stelt zichzelf niet altijd voor als ‘een apostel’. Soms gebruikt hij geen aanduiding (bijv. in 1 en 2 Thess.); soms verwijst hij naar zichzelf als een ‘dienstknecht’ (Rom. 1:1). Hier is hij ‘Paulus, een apostel’ omdat een aantal mensen de christenen in Galatië in verwarring brachten met een ‘ander evangelie’, dat eigenlijk helemaal ‘geen evangelie is’ (1:6-7), en om dit te doen moesten ze Paulus gezag ondermijnen en hem in het beste geval afwijzen als een namaak-apostel.

(2) Zo niet, zegt Paulus: niet alleen is hij een apostel, maar hij was gezonden ‘niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader’ (1:1). Zijn apostelschap was niet een afgeleid apostelschap, alsof hij uitgestuurd was door de gemeente in Jeruzalem, of door een of andere eersteklas apostel daar. Integendeel, hij was gezonden ‘door Jezus Christus’, op basis van zijn ervaring op de weg naar Damascus waarbij hij de opgewekte en verheerlijkte Jezus zelf had gezien, en door God de Vader.

(3) Paulus bestempelt God de Vader als degene die Jezus heeft opgewekt uit de dood. Paulus had de opgewekte Jezus gezien, de verrezen Jezus. In zijn jaren als toegewijde farizeeër, had hij Jezus afgewezen als een boze bedrieger, een boosdoener, die door God vervloekt was zoals duidelijk bleek uit de manier waarop hij stierf. Toen hij de opgewekte Jezus zelf zag, deed dit Paulus alles heroverwegen. Jezus was door God zelf gerechtvaardigd, en het goede nieuws waarvan Paulus een afgezant of apostel was is gegrond in de kruisiging en opwekking van Jezus.

(4) Hoezeer hij ook de nadruk legt op zijn status en gezag als apostel, toch associeert Paulus zichzelf en zijn leer op een wijze manier met ‘al de broeders’ die bij hem zijn (1:2). Als de Galaten dan afgetrokken worden naar dit ‘andere evangelie’, dan moeten ze weten dat ze zich niet alleen afwenden van Paulus, maar ook van de talloze gelovigen die op een lijn staan met Paulus.

(5) In plaats van de traditionele groet Chairein, gebruikt Paulus het christelijke woord genade (charis) en de Joodse groet vrede (shalom in het Hebreeuws) en baseert deze zegeningen op de plaatsvervangende dood van de Heer Jezus (1:3-5) – niet op een bepaalde bijzondere relatie tot de Wet van Mozes.

(6) Verwonderlijk genoeg laat Paulus het ‘dank’-gedeelte weg, en gaat meteen over naar zijn verbijsterde terechtwijzing over de dreigende afvalligheid van zijn lezers (1:6-10). Hoe zeldzaam ook, er zijn momenten dat een vermaning niet kan wachten.


Eigen vertaling van de overdenking bij 25 september uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten