zaterdag 22 september 2012

'Als er geroemd moet worden, dan zal ik roemen in mijn zwakheid' (2 Kor. 11)


2 Samuël 18, 2 Korinthiërs 11, Ezechiël 25, Psalm 73
In de aanhoudende druk die Paulus voelde om hen die zijn gezag in Korinthe ondermijnden te weerleggen, vindt Paulus dat hij moet ‘roemen’ terwijl hij niet ‘roemt’ (zie de overdenking van gisteren). In 2 Korinthiërs 10 brengt Paulus zijn argumentatie tot een hoogtepunt door te benadrukken dat de enige gepaste roem van een christen in Christus Jezus is: ‘Maar wie roemt, roeme in de Here’ (10:17). In 2 Korinthiërs 11:16-33 neemt Paulus een beetje een omweg om tot de zelfde waarheid te komen.

Wat Paulus doet is een soort ‘time-out’ inlassen: hij zegt dat hij niet zal roemen, niet als Paulus de apostel, zelfs niet als Paulus de christen, maar eerder als Paulus de ‘dwaas’ (11:16-21). Hij voelt zich er vreselijk verveeld om zelfs nog maar dit te doen (11:21b, 23), maar hij ziet geen andere weg vooruit. Het is waar, zegt hij, dat hij van zijn jeugd af doortrokken was van de Hebreeuwse cultuur en taal, en hij is niet minder dan anderen een ‘dienaar van Christus’ – maar om op die manier te praten is zodanig pijnlijk dat hij tussendoor uitbarst ‘ik spreek als een waanzinnige’ (11:23, HSV).

En dan keert hij alle categorieën om. Hij heeft ‘harder gezwoegd’ (NBV): hij bedoelt fysiek gewerkt, met zijn handen – wat geen eersteklas zichzelf respecterende hellenistische leraar zou doen. Bovendien, zegt hij, heeft hij een langere staat van dienst in de gevangenis dan zij. Hij kreeg vaker zweepslagen dan hen. Vijf keer moest hij de synagogestraf ondergaan, de negenendertig zweepslagen. Hij leed drie keer schipbreuk tijdens zijn reizen voor het evangelie (11:25) – en dit werd geschreven voor de schipbreuk waarvan Handelingen 27 verslag uitbrengt. Voortdurend gevaar heeft hem tijdens zijn reizen achtervolgd en hij zag zich dikwijls gedwongen om zonder voedsel op pad te gaan. Erger nog, hij werd verraden door ‘valse broeders’ (11:26) terwijl hij te kampen had met constante stress door zijn zorg voor alle gemeenten (11:27-28).

We moeten dit niet lezen met de ogen van de westerse christen als een opwindende saga van volharding onder druk. We lezen over het veelvuldig lijden van Paulus en bewonderen zijn trouw en standvastigheid, zijn gelijkvormigheid aan de Christus die naar het kruis ging. Maar zijn vijanden zien al dit ‘roemen’ als tekenen van zwakheid en zelfs dwaasheid: hij bezit zelfs onvoldoende verstand om zelf uit de problemen te blijven.

Maar Paulus is vastbesloten het menselijke roemen op zijn kop te zetten: hij zal roemen over de dingen die zijn zwakheid tonen (11:30). Zelfs zijn laatste punt loopt over deze lijnen (11:31-33). We neigen ernaar Paulus’ ontsnapping uit Damascus te zien door de ogen van Lucas (Handelingen 9). Maar Paulus zag zijn vlucht zelf als een vervelende nederlaag.

In een tijd waarin de hoogste Romeinse militaire eer naar die soldaat met de rang van centurion of hoger ging die het eerst over de muur kroop aan het einde van een belegering, verklaart Paulus dat hij als eerste op de grond stond.
Op welke manieren roem jij in je zwakheden?


Eigen vertaling van de overdenking bij 22 september uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten