maandag 24 september 2012

'De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen' (2 Kor. 13)

2 Samuël 20, 2 Korinthiërs 13, Ezechiël 27, Psalmen 75-76
In veel kerken overal ter wereld - hoewel in vergelijking met elders toch minder frequent in Noord-Amerika - spreekt de voorganger aan het einde van de dienst stil de twee woorden ‘de genade’ uit (Eng.: ‘The grace’).
Zij die samengekomen zijn weten dan dat dit een teken is voor de volledige gemeente om samen te bidden, waarbij ze het vers reciteren waaruit deze twee woorden afkomstig zijn: ‘De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des heiligen Geestes zij met u allen’ (2 Kor. 13:13).

De tekst is kort en eenvoudig en we lopen gevaar dat we er snel overheen lezen zonder erover na te denken.

(1) De drieënige God is de bron van deze zegeningen. Dit is op zichzelf opmerkelijk: het duurde niet lang vooraleer christenen als Paulus de implicaties zagen van wie Jezus is, en de implicaties van de gave van de Geest, voor hun kennen van God zelf. De volledige Godheid is betrokken in deze rijkelijk royale heilsoperatie die Gods gevallen beelddragers herstelt tot gemeenschap met hun Schepper.

(2) In de eerste twee zinsdelen zijn de ‘genade’ ongetwijfeld de genade die de Heer Jezus Christus geeft of voorziet, en de ‘liefde’ de liefde die God zelf over ons uitstort. Dit maakt het heel erg waarschijnlijk dat de derde bijzin ‘de gemeenschap van de Heilige Geest’ niet verwijst naar onze gemeenschap met de Geest, maar naar de gemeenschap die de Heilige Geest schenkt, mogelijk maakt of geeft.

De Heilige Geest is uiteindelijk de bewerker van de christelijke gemeenschap. We genieten christelijke gemeenschap met elkaar dankzij het werk van de Geest in elk van ons individueel en in ons allen gemeenschappelijk. Daarbij haalt Hij de focus van ons hart en ons denken weg van onszelf en de zonde, en richt die op aanbidding van God en verlangen naar heiligheid en vreugde in Jezus en zijn evangelie en leer. Zonder dergelijke transformatie zou onze ‘gemeenschap’, ons partnerschap in het evangelie, onmogelijk zijn.

(3) Op geen enkel moment mogen we ons ook maar verbeelden dat genade exclusief van Jezus komt, liefde exclusief van God de Vader, en gemeenschap exclusief van de Geest – alsof Jezus geen liefde zou kunnen geven of gemeenschap bewerken, de Vader geen genade zou kunnen aan de dag leggen enzovoort. In zekere zin komen genade, liefde en gemeenschap van de drieënige God.

Maar je zou genade duidelijk kunnen verbinden met de Heer Jezus, omdat zijn opofferende, plaatsvervangende dood aan het kruis voortkwam uit loutere genade; we zouden liefde duidelijk kunnen verbinden met God, omdat het volledige heilsplan voortkomt uit een wijs en liefhebbend hart van God, van wie er gezegd wordt ‘God is liefde’ (zie 1 Joh. 4:8 en de overdenking van 11 oktober); gemeenschap zouden we duidelijk kunnen verbinden met de Heilige Geest, aangezien het werk van transformatie dat ons samenbindt in het partnerschap van het evangelie zijn werk is.

Prijs God van wie alle zegeningen komen; prijs Vader, Zoon en Heilige Geest.


Eigen vertaling van de overdenking bij 24 september uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten