donderdag 11 juni 2015

Vrees niet, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen (Jes. 43)


Deuteronomium 16; Psalm 103; Jesaja 43; Openbaring 13

Hoewel God een ideale Knecht heeft die de volmaakte vertegenwoordiger zal zijn om al zijn plannen ten uitvoer te brengen (Jes. 42:1-9), is ook Israël Gods knecht. In Jesaja 43 en tot in hoofdstuk 44 bemoedigt Jesaja Israël, Gods knecht (43:10; 44:1).

Hier zal ik verder ingaan op elementen van deze bemoediging en dan de aandacht vestigen op een belangrijke passage die door de Heer Jezus wordt opgepikt in het Nieuwe Testament.

In het eerste deel (43:1-7) zegt God aan Israël dat ze niet bang moeten zijn (43:1) – niet omdat ze niet in ballingschap zullen gaan, maar omdat God bij hen zal zijn wanneer ze door het water trekken, en wanneer ze door het vuur trekken zullen de vlammen hen niet verteren (43:2).

Bovendien zal het volk niet uitgeroeid en niet geassimileerd worden: God zelf zal haar nakroost uit de vier windrichtingen vergaderen (43:5-6). Ondanks de verbijsterende omstandigheden, verklaart de levende God dat Israël kostbaar en hooggesschat is in zijn ogen, en veelgeliefd (43:4). Paulus redeneert op een analoge manier met betrekking tot christenen in Romeinen 8:31-39.

In het kort:

(a) Israël zou bemoedigd moeten zijn omdat haar terugkeer na de ballingschap van God zal getuigen en zal verklaren dat het God alleen was die weet had van deze indrukwekkende gebeurtenissen en ze ook bewerkte (43:8-13).

(b) Babylon zal verslagen worden. De natie van veroveraars zal tot een stel vluchtelingen worden (43:14-15).

(c) Israël is gewoon na te denken over Gods machtige daden om zijn volk te verlossen ten tijde van de Exodus (43:16-17), maar nu zal God iets nieuws bewerken (43:18-21). Dus ga niet op in het verleden, zeurend naar je nederlaag stappend. Wees moedig, want God staat op het punt iets nieuws te doen, om een nieuwe cyclus te bewerken van wonderbaarlijke verlossing.

(d) Bovenal krijgen de ontzettend gecompromitteerde eredienst en de menigvuldige misdrijven van Israël niet het laatste woord (43:22-24). De eerste zin van 43:22 in het Hebreeuws kan best weergegeven worden: ‘Doch Mij hebt gij niet aangeroepen, o Jakob’ – want de Israëlitische eredienst was zodanig corrupt, en een dusdanige verdraaiing van het verbond, dat de ware God helemaal niet echt aanbeden werd. Maar God zelf is het die de overtredingen uitdelgt om zijnentwil (43:25) – een verder vooruitgrijpen naar Jesaja 53.

God wil dat zijn knecht Israël verstaat ‘dat ik het ben’ (43:10 – Eng. ‘I am he’; vgl. 41:4; 48:12). Het Hebreeuws roept associaties op met Exodus 3:14; de Griekse weergave van die zin is precies de uitdrukking die Jezus herhaaldelijk toepast op zichzelf in Johannes 8 (bijv. Joh. 8:58, ‘Ik ben’ / ‘ben ik’). Hoe geeft Jesaja 43 vorm aan hoe we over Jezus moeten denken?


Eigen vertaling van de overdenking bij 11 juni uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten