Exodus 11:1-12:20; Lukas 14; Job 29; 1 Korinthiërs 15De verpletterende plagen kenden hun door God bepaalde verloop. Herhaaldelijk verhardde Farao zijn hart; maar hoe schuldig deze man ook was, toch werkte God soeverein achter de schermen, eigenlijk tot waarschuwing van Farao en met de impliciete uitnodiging tot bekering.
Zo had God via Mozes al tot Farao gezegd: ‘doch hierom laat Ik u bestaan, om u mijn kracht te tonen, opdat men mijn naam verkondige op de gehele aarde. Nog steeds verzet gij u tegen mijn volk, zodat gij het niet laat gaan’ (9:16-17). Maar nu zakt Farao’s geduld als een pudding ineen. Hij waarschuwt Mozes niet meer aan het hof te verschijnen: ‘ten dage, dat gij mijn aangezicht ziet, zult gij sterven’ (10:28).
Zo wordt het toneel voorbereid voor de laatste plaag, de grootste en ergste van allemaal. Na de vorige negen rampen zou je denken dat Mozes’ beschrijving van wat zou gebeuren (Ex.11) Farao tot terughoudendheid zou aanzetten. Maar hij weigert te luisteren (11:9); en dit alles gebeurt, zegt God, ‘opdat mijn wonderen in het land Egypte talrijk worden’ (11:9).
In Exodus 11-12 vind je nog maar eens een bijna toevallige beschrijving van Gods soevereine voorzienigheid. Exodus 11 verhaalt ons, bijna tussen haakjes, dat ‘de HERE bewerkte, dat de Egyptenaren het volk gunstig gezind waren’ (11:3). Dit wordt in Exodus 12 gevolgd door de beschrijving van de Egyptenaren die de Israëlieten aanspoorden het land te verlaten (12:33).
Je kunt de redenering begrijpen: hoeveel meer plagen als die laatste konden ze nog doorstaan? Tegelijk vragen de Israëlieten om kleding en zilver en goud. ‘En de HERE bewerkte, dat de Egyptenaren het volk gunstig gezind waren, zodat zij hun verzoek inwilligden. Zo beroofden zij de Egyptenaren’ (12:36).
Psychologisch gezien is het al te makkelijk om na de gebeurtenissen met verklaringen te komen over dit alles. Bovenop de vrees die de Israëlieten nu opriepen onder de Egyptenaren, speelde misschien ook schuldgevoel een rol: wie weet? ‘We zijn hen iets verschuldigd’. Natuurlijk had je psychologisch gezien ook een heel ander scenario kunnen uitdokteren: in een bui van razernij hadden de Egyptenaren het volk kunnen uitmoorden wiens leider en God dergelijke verwoestende slachtpartij onder hen had veroorzaakt.
In werkelijkheid echter is de ultieme reden waarom de dingen op deze manier uitdraaien te vinden in de krachtige hand van God: de Heer zelf zorgde ervoor dat de Egyptenaren het volk gunstig gezind waren.
Dit is het element dat vaak over het hoofd wordt gezien door sociologen en anderen die alles binnen de cultuur bezien als een gesloten systeem. Ze vergeten dat God kan ingrijpen en de harten en geesten van mensen kan veranderen.
Een indrukwekkende opwekking die de waardensystemen van het Westen transformeert is nu vrijwel onvoorstelbaar voor hen die uitgaan van gesloten systemen. Maar als God in genade ingrijpt en het volk ‘gunstig gezind’ doet staan tegenover de prediking van het evangelie …
Eigen vertaling van de overdenking bij 28 februari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.