zaterdag 18 januari 2014

Worden als een kind (Mt. 18)

Genesis 19; Matteüs 18; Nehemia 8; Handelingen 18
Als iemand niet voorzichtig is, is het vrij gemakkelijk een analogie te verdraaien. De reden ligt voor de hand. Als iets een vergelijking of analogie is voor iets anders, dan zijn er onvermijdelijk punten waar de twee dingen gelijklopend zijn, en andere punten waar ze behoorlijk verschillen.

Waren ze op elk punt gelijklopend, dan zouden ze zich niet als analogie tot elkaar verhouden; de twee zouden in plaats daarvan identiek zijn. Wat een verband van analogie zo vruchtbaar en verhelderend maakt ligt precies in het feit dat de twee dingen niet identiek zijn. Maar dat is ook wat ze een beetje verraderlijk maakt om te verstaan.

Dit punt is cruciaal voor het verstaan van de analogie die Jezus gebruikt in Matteüs 18:16. Wanneer zijn discipelen hun discussie starten over wie nu de grootste is in het koninkrijk der hemelen, roept Jezus een klein kind en beklemtoont dat als niet elk van hen ’zich bekeert en wordt als de kinderen’, ze ‘het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan’ (18:3).

Inderdaad, ‘Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen’ (18:4). Een klein kind ontvangen in Jezus’ naam staat gelijk met Jezus ontvangen (18:5); een van deze kleinen, die in Jezus geloven, daarentegen doen zondigen, is een zodanig ernstige misdaad dat het beter ware nooit te zijn geboren (18:6).

Het is belangrijk op te merken wat de gelijkenis niet stelt. Ze suggereert niet dat kinderen onschuldig zijn of zondeloos, er ligt geen aanwijzing in dat hun geloof intrinsiek zuiver is, geen sentimentele illusie dat kinderen meer verstaan van God dan volwassenen.

Het belangrijkste punt uit de analogie wordt gemaakt door de context van de discussie tussen de discipelen. Terwijl zij ruziën over wie de grootste is in het koninkrijk, stelt Jezus alles in het werk om de aandacht te vestigen op leden van de samenleving die niemand als groot zou beschouwen.

Kinderen zijn zulke afhankelijke schepselen. Ze zijn niet sterk, wijs of gesofistikeerd. Ze zijn relatief doorzichtig. Trotse volwassenen dan moeten zich vernederen, zodat ze tot God zouden naderen als kleine kinderen: eenvoudig en in een onbevangen afhankelijkheid, zonder enige hoop de grootste te zijn in het koninkrijk.

Stellen zulke kinderen bovendien hun vertrouwen in Jezus - ongetwijfeld zonder veel vernuftigheid, maar met een transparante eenvoud – dan zijn zij die hen bederven en op het verkeerde pad brengen te beklagen en uitermate boosaardig.

Hier is dus een beeld van grootheid in het koninkrijk dat onze aanmatigingen aan gruzelementen slaat, onze trots vernedert en onze zelfzuchtige eerzucht beschaamt. Mogen we niet de verkeerde conclusies trekken uit deze analogie, dan zijn er nog correcte lessen in overvloed om goed over door te denken en in de praktijk te brengen.

Wie kerkelijke toppen en grote faam ambiëren moeten deze woorden goed overwegen: ‘Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen’.


Eigen vertaling van de overdenking bij 18 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten