woensdag 1 januari 2014

Genesis 1 maakt de mens verantwoordelijk


Genesis 1, Matteüs 1, Ezra 1, Handelingen 1

Elk van de hierboven vermelde 4 hoofdstukken schildert een nieuw begin, maar de eerste tekst - Genesis 1 - schetst het begin van alles in dit geschapen universum.

Op het eerste gezicht stellen dit hoofdstuk en de denkbeelden die het ontwikkelt dat God te onderscheiden is van het universum dat Hij schept, en daarom is pantheïsme uitgesloten; dat de oorspronkelijke schepping volledig goed was, en daarom is dualisme uitgesloten; dat alleen mensen, mannen en vrouwen samen, naar Gods beeld zijn geschapen, en daarom moeten vormen van reductionisme dat beweert dat we deel uitmaken van het dierenrijk en niets meer dan dat worden uitgesloten; dat God een sprekende God is, en daarom moeten alle denkbeelden van een onpersoonlijke God worden uitgesloten; dat deze God alles soeverein heeft gemaakt, inclusief alle mensen, en daarom moeten opvattingen van louter tribale godheden worden uitgesloten.

Sommige van deze en andere zaken worden positief gesteld door latere Schriftauteurs, die, nadenkend over de scheppingsleer, tal van onschatbare conclusies bieden.

De zuivere heerlijkheid van de scheppingsorde is een sprekend getuigenis van de heerlijkheid van haar Maker (Ps. 19). Het universum kwam tot aanzijn door de wil van God, en daarvoor wordt God onophoudelijk geprezen (Opb. 4:11). Dat God alles heeft geschapen spreekt van zijn transcendentie, d.w.z.: Hij staat boven die scheppingsorde, boven tijd en ruimte, en kan daarom ook niet ondergeschikt zijn aan ook maar iets daarin (Hd. 17:24-25). Dat Hij alle dingen schiep en ook over alles blijft regeren, betekent dat zowel racisme als tribalisme moeten worden verworpen (Hd. 17:26).

Wanneer we voorts zelf naar Zijn beeld zijn geschapen, is het onzinnig te denken dat God op een correcte manier kan worden afgebeeld door een of ander beeld dat wij in elkaar flansen (Hd. 17:29). Deze inzichten en meer worden verder uitgewerkt door latere Schriften.

Een van de belangrijkste implicaties van de scheppingsleer is deze: ze ligt ten grondslag aan alle menselijke verantwoordelijkheid. Het thema duikt herhaaldelijk weer op in de Bijbel, soms expliciet, soms impliciet.

Om slechts één voorbeeld te noemen: het evangelie naar Johannes begint met de verklaring dat al wat werd geschapen, tot stand kwam door middel van het 'Woord' van God, het Woord dat vlees werd in Jezus Christus (Joh. 1:2-3, 14). Maar deze opmerking vormt de achtergrond voor een vernietigende aanklacht: toen dit Woord in de wereld kwam, zelfs al was die wereld door Hem gemaakt, heeft de wereld Hem niet erkend (Joh. 1:10).

God maakte ons als 'beeld' van Hem; Hij maakte ons voor Zijn glorie. Onszelf dan beschouwen als autonoom is, in plaats van een maat van onze maturiteit, veeleer het opperste teken van onze opstand, de vlag van onze onderdrukking van de waarheid (Rom. 1).


Eigen vertaling van de overdenking bij 1 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten