maandag 27 januari 2014

God ontmoet ons waar we zijn (Gn. 28)


Genesis 28; Matteüs 27; Esther 4; Handelingen 27
De naam 'Bethel' betekent ‘huis van God’. Ik vraag me af hoeveel kerken, huizen, Bijbelscholen en –seminaries, christelijke opvangcentra en andere instituten niet deze naam hebben gekozen om hun logo’s en andere briefhoofden te sieren.

Maar de gebeurtenis die aan de naam ten grondslag lag (Gen. 28) was een allegaartje. Er is Jakob, die zich mijlenver naar het huis van zijn oom Laban haast.
Ogenschijnlijk is hij op zoek naar een godvrezende vrouw – maar die reden speelt veel meer door het hoofd van Isaak dan door dat van Jakob.

In werkelijkheid rent hij voor zijn leven, zoals het voorgaande hoofdstuk duidelijk maakt. Hij wil ontsnappen aan moord door zijn eigen broer, in de nasleep van zijn eigen smakeloze daad van bedrog en misleiding. Te oordelen naar de dingen die hij van God verzoekt, dreigt hij voedselgebrek te lijden en onvoldoende kleding te hebben, en hij mist zijn familie nu al (28:20-21).

Maar hier ontmoet God hem in een zo heldere droom dat Jakob verklaart: ‘Hoe ontzagwekkend is deze plaats. Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels’ (28:17).

Van zijn kant herhaalt God de kern van het verbond met Abraham tegenover deze kleinzoon van Abraham. De droom van de ladder opent het vooruitzicht op toegang tot God, op Gods rechtstreekse contact met een man die tot op dit punt meer gedreven lijkt door opportunisme dan door principes.

God doet de belofte dat zijn nakomelingen talrijk zullen zijn en dit land zullen krijgen. De ultieme expansie wordt ook weer herhaald: ‘met u en met uw nageslacht zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden’ (28:14). Zelfs op persoonlijk vlak zal Jakob niet verlaten worden, want God verklaart: ‘En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij gaat, en Ik zal u wederbrengen naar dit land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik u heb toegezegd’ (28:15).

Ontwaakt uit zijn droom, richt Jakob een altaar op en noemt de plaats Bethel. Maar in grote lijnen is hij nog steeds dezelfde opportunist. Hij doet een gelofte: ‘Als God zus en zo en zo zal handelen, als ik alles krijg wat ik verlang en verhoop van deze overeenkomst ‘dan zal de HERE mij tot een God zijn’ (28:20-21).

En God laat hem in leven! Het verhaal gaat verder: God doet al wat Hij belooft en meer. Al Jakobs voorwaarden worden ingewilligd. Een van de grote thema’s in de Bijbel is hoe God ons ontmoet waar we zijn: in onze onzekerheden, in onze voorwaardelijke gehoorzaamheid, in onze mix van geloof en twijfel, in onze mengeling van ontzag en eigenbelang, in ons verstaan en onze dwaasheid. God openbaart zich niet slechts aan de grootsten en meest heldhaftigen, maar aan ons, in ons Bethel, het huis van God.


Eigen vertaling van de overdenking bij 27 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten