donderdag 2 januari 2014

Er viel niets te verbergen, noch voor God, noch voor elkaar (Gen. 2)


Genesis 2, Matteüs 2, Ezra 2, Handelingen 2
Wat een vreemde manier om dit verslag van de schepping af te sluiten, zouden we kunnen denken: ‘Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar’ (Gen. 2:25). Hollywood zou ervan smullen: mooi excuus voor seksuele prikkeling als iemand de scene op het grote scherm wil krijgen. Wij haasten ons verder, op zoek naar het verhaal.

Maar het vers is strategisch geplaatst. Het verbindt het verslag van de schepping van de vrouw en de instelling van het huwelijk (Gen. 2:18-24) met het verslag van de zondeval (Gen. 3). Aan de ene kant vertelt de Bijbel ons dat de vrouw uit de man werd genomen, door God gemaakt om voor hem een ‘helper’ te zijn ‘die bij hem past’ (2:18), maar tegelijk dubbel één met hem: zij is been van zijn gebeente en vlees van zijn vlees (2:23). En nu zijn de twee verenigd als één in het huwelijk, één vlees (2:24), het paradigma van komende huwelijken, van nieuwe gezinnen en families.

Aan de andere kant lezen we in het volgende hoofdstuk over de zondeval, de vreselijke rebellie die dood en de vloek introduceert. Deel van dat verslag, als we al even vooruitkijken naar de overdenking van morgen over Genesis 3, toont ons de man en de vrouw die zich verbergen voor de tegenwoordigheid van de Heer, omdat hun opstandigheid hun ogen opende voor hun naaktheid (3:7, 10). Verre van schaamteloos, is hun eerste reactie dat ze zich verbergen.

Dit was niet hoe het was bedoeld. In het begin waren man en vrouw naakt, ‘maar ze schaamden zich niet voor elkaar’. Het seksuele vlak staat natuurlijk op de voorgrond, maar er is een symbolisch-geladen diepte aan de uitdrukking verbonden. Het is een manier om te zeggen dat er geen schuld was, dat er niets was om zich over te schamen. Deze gelukkige onschuld betekende openheid, openhartigheid. Er viel niets te verbergen, noch voor God, noch voor elkaar.

Hoe anders na de zondeval. De man en de vrouw verbergen zich voor God en geven anderen de schuld. De openhartigheid is weg, de onschuld is in rook opgegaan, de openheid is afgesloten. Dit zijn de onmiddellijke gevolgen van de eerste zonde.

Hoeveel catastrofaler zijn dezelfde gevolgen als ze doorwerken in de psyche van een gevallen ras, doorwerken in individuele personen als jij en ik met zoveel te verbergen. Zou je willen dat je echtgenoot of beste vriend de volle dimensies kent van elk van je gedachten? Zou je je motieven willen publiek afgebeeld zien?

Hebben we geen dingen begaan waarover we zo beschaamd zijn dat we willen dat zo weinig mogelijk mensen ervan weten? Zelfs de persoon wiens geweten beschreven wordt als ‘toegeschroeid’ (bijv. 1Tim.4:2) en die daarom roemt in zijn zonde, zal dit enkel doen op bepaalde vlakken, maar niet op andere.

Welke verbazingwekkende dimensies karakteriseren de redding die iets kan doen aan problemen die zo ver gaan als deze.


Eigen vertaling van de overdenking bij 2 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten