donderdag 9 januari 2014

De kwalijke cyclys herbegint – maar er is hoop


Genesis 9-10; Matteüs 9; Ezra 9; Handelingen 9
Ondanks de uitgestrektheid van de straf die erover werd uitgesproken, heeft de zondvloed de menselijke natuur niet veranderd. God weet goed dat moord, het eerst gepleegd door Kaïn, opnieuw zal voorvallen.

Nu legt Hij de doodstraf op (Gen. 9:6), niet als een afschrikmiddel – afschrikking komt niet ter sprake – maar als een teken dat moord buiten categorie is, in die zin dat het een wezen doodt dat werd geschapen naar het beeld van God.

Maar er zijn nog andere tekenen dat de zonde voortgaat. De belofte die God doet, bekrachtigd met een regenboog, om het mensengeslacht niet opnieuw op deze manier uit te roeien (9:12-17), is niet zozeer relevant omdat het geslacht op de een of andere manier zo geschokt is dat het voortaan wel zal gehoorzamen, maar precies omdat God aangeeft dat dezelfde ontaarding steeds weer zal plaatsvinden.

En Noach zelf, die met verwijzing naar zijn dagen voor de vloed gerust een ‘prediker van de gerechtigheid’ kan genoemd worden (2 Petr. 2:5), wordt nu neergezet als een dronkeman, met gezinsrelaties die al afbrokkelen.

Maar er is nog een parallel tussen deze hoofdstukken van Genesis en wat plaatsvond voor de zondvloed. Voor de zondvloed zijn er, ondanks de greep van de zonde, altijd individuele personen als Abel, wiens offer God behaagt (Gen. 4); er zijn mensen die erkennen hoezeer ze God nodig hebben en die de naam van de Heer aanroepen (4:26); er is Henoch, de zevende van Adam af, die wandelde met God (5:22).

Met andere woorden: er is een geslacht binnen het geslacht, een kleiner geslacht, niet intrinsiek superieur aan het andere, maar dat wel in zodanige relatie staat tot de levende God dat het in een heel andere richting beweegt.

Augustinus van Hippo in Noord-Afrika, die schrijft aan het begin van de vijfde eeuw na Christus, bespeurt in deze vroegste hoofdstukken al het begin van twee mensheden, twee steden –de stad van God en de stad van de mens. (Zie ook de overdenking voor 27 december.)

Dit contrast ontwikkelt zich verder en groeit doorheen de Bijbel op verschillende manieren, tot het boek Openbaringen ‘Babylon’ contrasteert met ‘het nieuwe Jeruzalem’. Qua ervaring merken gelovigen dat ze nog burgers zijn van beide; in de zin van loyaliteit, behoren ze tot de ene of de andere.

Dezelfde verschillen krijgen opnieuw gestalte na de zondvloed. Het mensengeslacht toont al snel dat de problemen van opstand en zonde diepgeworteld zijn; ze maken deel uit van onze natuur. Maar de verschillen beginnen zich ook af te tekenen. Terwijl het verbond dat God sloot om de aarde niet meer op dezelfde manier te vernietigen wordt afgesloten tussen God en alle levende wezens (9:16), komt er al scheiding tussen Noachs zonen, net zoals bij die van Adam.

De kwalijke cyclus begint opnieuw, maar is niet zonder hoop: de stad van God raakt nooit helemaal in onbruik, maar ziet al vooruit naar de meer uitgesproken verbondsverschillen die - nu al gauw – zullen komen, en de heerlijke climax die nog volgt op het eind van de heilsgeschiedenis.


Eigen vertaling van de overdenking bij 9 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten