dinsdag 27 november 2007
Het denkkader van Paulus' gebedsleven (tekst lezing - deel 1)
In de reeks "M/V van gebed" sprak Jos Vanlede afgelopen vrijdag (23 november) over Paulus als man van gebed. De komende dagen hoop ik de tekst van deze lezing te posten. Hieronder alvast de inleiding.
"Toen mij in het voorjaar gevraagd werd of ik een lezing voor mijn rekening wou nemen in deze reeks over mannen/vrouwen van gebed, moest ik niet lang nadenken over welke Bijbelse persoon ik zou spreken.
Ik denk dat iedereen die Paulus’ nalatenschap, zijn brieven met name, aandachtig leest, al snel merkt dat Paulus echt een man van gebed is. Een systematische uiteenzetting over gebed valt in zijn brieven nergens te bespeuren, maar de aansporingen om met regelmaat, volhardend en aanhoudend te bidden zijn zéér talrijk. Zijn geschriften ademen gebed uit, als hij zijn lezers begroet, zijn dankbaarheid over hen uit, zijn zorgen bekendmaakt, een ernstige waarschuwing maakt, corrigerend optreedt, zijn hoop onder woorden brengt, zijn toekomstige reisplannen bekendmaakt of afscheid neemt van zijn geliefde medegelovigen, dan gebeurt dit op een manier die aanleunt bij gebed.
Paulus schrijft met woorden die intens en levendig een diep bewustzijn uiten van Gods aanwezigheid en Gods activiteit in de dingen die met hem en rond hem gebeuren.
Gebed vormt werkelijk het hart van Paulus’ denken en doen. Paulus is dan ook geen abstracte theoreticus. Het is zelfs verbazingwekkend hoe hij moeilijke en diepzinnige onderwerpen uiteenzet en in één adem naadloos overgaat tot het vermanen van zijn hoorders om dan vloeiend over te gaan tot gebed en vervolgens terug te keren naar zijn onderwerp.
Paulus demonstreert ons zo volkomen dat “Godsleer” en gebed onlosmakelijk samenhoren. Gebeden die God eren en verheerlijken worden gevormd en gedreven door ware kennis van God en zijn wegen. Dat is wat Paulus ons duidelijk laat zien. Ik wil graag samen met jullie een stukje uit een van zijn brieven lezen. We lezen uit de 2e brief die Paulus schreef aan de prille gemeente in Thessalonica.
(schriftlezing: 2 Thessalonicenzen 1)
DENKKADER
Als u goed meegelezen of geluisterd hebt, hebt u gemerkt dat Paulus’ gebeden aan het eind van het hoofdstuk, doelgerichte gebeden zijn tot God voor deze jonge gelovigen. Het zijn doordachte gebeden die voortvloeien uit de visie die Paulus heeft op de toekomst. Hij heeft een vergezicht voor de aandacht dat bepalend is voor waar hij nu – in het heden - voor bidt.
Het woordje “daarom” (in vers 11) wijst terug naar alles wat Paulus in de voorgaande verzen heeft uiteengezet. M.a.w. de daaraan voorafgaande verzen schilderen de horizon die Paulus voor de aandacht heeft wanneer hij gaat bidden. Het is dit denkkader dat grotendeels bepaalt waarvoor Paulus gaat bidden en waarom hij juist voor deze dingen gaat bidden. Het beeld dat we ons als gelovigen vormen over de toekomst, heeft een niet te onderschatten invloed op ons gebedsleven en vanzelfsprekend op onze levenshouding, wat blijkt uit de keuzes die we dagdagelijks maken."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten