1 Kronieken 5-6; Hebreeën 10; Amos 4; Psalmen 148-150
In bepaalde opzichten vloeit Amos 3 zeer natuurlijk over in Amos 4. God heeft gezegd dat de waarschuwingen van de profeten verbonden zijn met reële gevaren (3:7-8). Nu markeert hij een aantal van de zonden die zijn waarschuwingen uitlokten (4:1-5) en legt hij een aantal van deze waarschuwingen uit en wat ze voor de toekomst betekenen als ze niet ter harte worden genomen (4:6-13).
(1) De eerste waarschuwing is gericht tot de rijke vrouwen van Israël (4:1-3), minachtend beschreven als ‘koeien van Basan’ – spreekwoordelijk voor weldoorvoed, vet en lui, eerder dan slank en fit. Deze vrouwen hebben hun rijkdom en positie misbruikt, ze hebben ‘geringen verdrukt en armen vertrapt’ (4:1). De anekdote in één zin is vernietigend: ze zeggen tot hun echtgenoten, ‘Breng aan, dat wij drinken!’ (4:1).
Dit roept een beeld op van verwende, bazige, decadente matrones, die alleen gediend willen worden en nooit zelf dienen, en die heersen over hun echtgenoten, terwijl ze hun verveling doorslikken met alcohol.
Dus zweert de soevereine Heer ‘bij zijn heiligheid’, wat verwant is met zeggen dat Hij bij zichzelf zweert, en dus bij hetgeen onveranderlijk is en waarbij niets en niemand groter is. Hij zweert dat Hij hen gevankelijk zal wegvoeren met angels en ketenen, vernederd en terneergeworpen, in pijn temidden het puin van hun stad (4:2-3).
(2) In de laatste helft van het voorgaande hoofdstuk (3:9-15) haalde God fors uit naar drie misselijkmakende kenmerken van het leven in het land: sociale onderdrukking, genotzucht en verdorven godsdienst. De eerste twee worden uitgediept in de eerste drie verzen van hoofdstuk 4, zoals we net zagen.
Het derde, verdorven godsdienst, wordt nu op fijne profetische hoon onthaald (4:4-5). ‘Komt naar Betel en pleegt afval, naar Gilgal – vermeerdert de afval!’, wat gelijkstaat met zeggen ‘Ga naar Canterbury (de zetel van de aartsbisschop van Canterbury, de primaat van de Anglicaanse Kerk, JL) en zondig; ga naar de baptistische hoofdkwartieren en zondig nog meer’ (vul het mekka in van je eigen denominatie!).
De plaatsen waar Israël historisch getrouw de voorgeschreven offeranden bracht (voor de tempel voorrang kreeg) zijn nog altijd offerplaatsen, maar worden nu gekenmerkt door fijne esthetiek, religieus enthousiasme, en heel veel gepronk. Waar zijn de verbroken geest en het verbroken en verbrijzelde hart (vgl. Ps. 51:19)?
(3) In de volgende verzen (4:6-13) blikt God terug op een aantal van de tijdelijke oordelen die Hij het volk op verschillende momenten heeft opgelegd als waarschuwingen van veel groter oordeel dat nog komt.
Deze waarschuwingen bleken ondoeltreffend: getuige het vreselijke refrein, ‘Toch hebt gij u niet tot Mij bekeerd, luidt het woord des HEREN’ (4:8, 9, 10, 11). Daarom zal de God van Israël hen ontmoeten (4:12) – Hij zal hen ontmoeten, juist, maar niet in de heerlijkheid van theofanie, maar in de verschrikking van het oordeel.
Eigen vertaling van de overdenking bij 15 november uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten