1 Kronieken 28; 2 Petrus 2; Micha 5; Lukas 14
Bevat het vooruitkijkende visioen van Micha 4 geen beschrijvingen van een komende Messias, dan zetten de openingsverzen van Micha 5 dit terug recht.
Het vorige hoofdstuk eindigt met een droevige beschrijving van Jeruzalem en haar koning (4:14). Waarschijnlijk wordt historisch gealludeerd op de invasie van de Assyriërs onder Sanherib in 701 v.C. Alhoewel Jeruzalem in Gods voorzienigheid standhield, werden de andere ommuurde steden van Juda veroverd, en koning Hizkia werd vernederd en bijna overwonnen.
Idealiter moest de koning uit Davids geslachtslijn rebellie en anarchie neerslaan ‘met een ijzeren knots’ (Ps. 2); Hij moest gerechtigheid brengen door te slaan met de roede zijns monds (Jes. 11:4). Hier echter wordt de ‘richter Israëls’ met de roede op ‘op het kinnebakken’ geslagen (4:14).
Maar het koningshuis overleeft. Zonder de tussenliggende stappen in te vullen ziet de profeet Micha vooruit naar een andere koning uit de lijn van David (5:1-3). Hij komt voort uit Betlehem Efrata, ouderlijke thuis van David, de geboorteplaats van zijn koningshuis.
Vanuit dit plaatsje, zo zegt God, ‘zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid’ (5:1). Deze verwoording bevestigt niet het van eeuwigheid bestaan van deze Messiaanse figuur (hoewel de manier van verwoorden dit natuurlijk ook niet ontkent). Veeleer is het heerlijke vooruitzicht gegrond in het verleden, in het oude Davidische koningshuis.
Wanneer deze koning de scepter opneemt, zal Hij ‘hen weiden’, niet in de onzekere kracht van Hizkia of van een andere koning die Hem voorgaat in deze geslachtslijn, maar ‘in de kracht des HEREN, in de majesteit van de naam des HEREN, zijns Gods’ (5:3).
En na verloop van tijd ‘zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde’, en de verzekerde vrede die in het voorgaande hoofdstuk werd geschilderd zal worden ingeluid (5:3-4).
Dus in de volheid van de tijd organiseerde God de internationale zaken op een zodanige manier dat werd gegarandeerd dat Jezus niet geboren werd in Nazareth, de woonplaats van Maria en Jozef, maar in Betlehem, hun voorouderlijke woonplaats (Lukas 2).
Het was bijna alsof de almachtige God de tweede mijl ging: niet alleen zou er over Jezus worden gesproken als ‘gesproten uit het geslacht van David naar het vlees’ (Rom. 1:3) en dus als een scheut van Betlehem, maar ook als feitelijk daar geboren.
Toen de wijzen in het paleis van Herodes aankwamen om na te vragen waar de beloofde Koning was geboren, citeerden de overpriesters en wetgeleerden dit gedeelte uit Micha 5 om de zaak te beslechten: Hij zou geboren worden in Betlehem in Juda (Mt. 2:5-6).
Alhoewel het dorpje Betlehem volkomen onaantrekkelijk was (‘klein onder de geslachten van Juda’, 5:1), zou het met een dergelijke Zoon ‘geenszins’ kunnen betekenen dat je het kon beschouwen als ‘minste onder de leiders van Juda’ (Mt. 2:6).
Eigen vertaling van de overdenking bij 30 november uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.