2 Samuël 14; 2 Korintiërs 7; Ezechiël 21; Psalm 68
Psalm 68 is een van de meest uitbundige en uitgelaten psalmen in het psalter. De openingszinnen vermengen lofprijs en gebed dat focust op Gods gerechtigheid en ontferming (68:2-7). De volgende verzen (68:8-19) schetsen het voortschrijden van God zelf vanuit Sinaï – waarschijnlijk naar Jeruzalem als de plaats waar de tabernakel zou gevestigd worden.
Sommigen hebben gesteld dat deze psalm geschreven werd om gezongen te worden voor de vreugdevolle optocht die de ark terugbracht van het huis van Obed-Edom naar de stad van David (2 Sam. 6:12).
Waarschijnlijk beschrijven de verzen 25-28 de stoet van deelnemers aan de optocht wanneer ze in zicht komen, terwijl ze de ark naar Jeruzalem terugbrengen (vergelijk de lijst met 1 Kron. 13:8; 15:16-28). Zo groot is de heerlijkheid van de Heer die regeert in Jeruzalem, dat al de andere naties worden gezien als naderend om Hem hulde te brengen.
De psalm eindigt met een uitbarsting van aanzwellende lofprijs (68:33-36): ‘Geducht zijt Gij, o God, uit uw heiligdom; Hij, Israëls God, verleent sterkte en volheid van kracht aan zijn volk’ (68:36).
Maar hier wil ik wat dieper nadenken over 68:12: ‘De Here deed het machtwoord weerklinken; de boodschapsters van goede tijding waren een grote schare’. In de context van deze psalm, is het ‘machtswoord’ dat de Heer aankondigde, het woord van overwinning.
We moeten ons iets voorstellen als het tafereel uit 2 Sam. 18:20 e.v., waar een triomferende generaal zijn overwinning aankondigt - alleen behoort hier de overwinning aan de Heer, en Hij is Degene die het woord aankondigt.
Het gevolg is als in 1 Samuel 18:6-7: de straten lopen vol met mensen die dansen en zingen van vreugde bij de overwinning. Toen de Heer het woord aankondigde, warend de boodschapsters van goede tijding (…) ‘een grote schare’ – en wat ze verkondigen wordt gevonden in de volgende verzen.
Elk van de overwinningen van de Heer verdient onze lof en onze verkondiging. Dit is waarom de overwinningen die hier in beeld zijn een patroon vormen voor dingen die nog moeten komen. Wanneer de Heer aankondigt dat Hij de sancties die aan Israël waren opgelegd, zal omkeren, moet het goede nieuws verkondigd worden tot aan de einden der aarde: de schare boodschappers die dergelijk goed nieuws brengen hebben liefelijke voeten (Jes. 52:7; zie de overdenking van 20 juni).
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Paulus Jesaja 52:7 citeert met betrekking tot het evangelie (Rom. 10:15): het ultieme einde van de ballingschap, de ultieme triomf van God, ligt in het evangelie zelf.
Zoals het geval is met de liefelijke voeten die door de bergen rennen om het goede nieuws te brengen, en zoals het geval met het gezelschap van hen die het woord verkondigen dat de Heer aankondigde, zo is het ook met ons (en zoveel te meer nog!): de enige juiste respons op het woord van de glorieuze overwinning van God in het kruis van Jezus Christus is dat er een grote menigte is om die te verkondigen.
Eigen vertaling van de overdenking bij 18 september uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten