woensdag 9 september 2015

De tijd verstrijkt, maar geen enkel gezicht komt uit (Ez. 12)

2 Samuël 3; 1 Korintiërs 14; Ezechiël 12; Psalm 51

De betekenis van Ezechiël 12 is makkelijk te begrijpen.

Je kunt je de kracht in Ezechiëls symbolisch geladen acties voorstellen. Goed zichtbaar voor alle ballingen, pakt hij zijn schamele bezittingen op precies dezelfde manier als hij zou doen wanneer hij een Jeruzalemmer was die zich klaarmaakte voor een tocht van meer dan 1000 km om in ballingschap te gaan. Wat hij kon meenemen zou hij moeten dragen op zijn schouders.

’s Nachts graaft hij door de kleimuren van zijn eigen huis. Dit symboliseert waarschijnlijk de futiele poging van Zedekia en degenen uit zijn onmiddellijke omgeving om uit te breken (2 Koningen 25:4; Jer. 39:4): ze vluchtten, maar konden niet ontkomen.

Ezechiël doet het allemaal zonder een woord uit te brengen, en dan komt hij de volgende morgen met zijn boodschap: ‘ik ben voor u een zinnebeeld; zoals ik gedaan heb, zo zal aan hen geschieden: in ballingschap, in gevangenschap zullen zij gaan’ (12:11) – daarna volgt verdere uitleg (12:12-16).

De tweede symbolisch geladen actie voegt een laag toe aan iets dat er al is. Wat zijn publiek eten betreft, staat Ezechiël nog altijd op zijn verhongeringsporties, opgelegd in 4:9-17. Nu hij ze opeet, beeft hij en toont hij kommer en smart (12:17-20).

En dan de verbijsterende toepassing. De mensen hebben veel gehoord van profeten, en ze zijn zodanig cynisch geworden dat ze onder elkaar spreekwoorden uitwisselen: ‘de tijd verstrijkt, maar geen enkel gezicht komt uit’ (12:22); ‘het gezicht dat hij schouwt, heeft betrekking op een verwijderde toekomst, en hij profeteert aangaande verre tijden’ (12:27).

Uiteindelijk kom je er niet alleen valse profeten tegen, maar zelfs de ware profeten als Ezechiël en (in Jeruzalem) Jeremia blijven maar beloven dat de verwoesting van de stad komt, terwijl de jaren voorbijgaan en haar machtige muren intact blijven. Jeremia is er al decennialang.

Ongetwijfeld ziet God het lange uitstel als een krachtig bewijs van zijn lankmoedigheid en genade, waarbij hij diverse gelegenheden biedt tot berouw; het volk wordt er gewoon cynisch onder. Dus zal het oordeel zeker komen, zegt Ezechiël – en de populaire zegswijzen zullen eraan geloven.

Petrus past dezelfde les toe op christenen, waarbij hij zich baseert op een ander Oudtestamentisch verslag. Nadat de waarschuwingen begonnen, was de zondvloed decennialang op komst, en niemand was er klaar voor, behalve Noach en zijn gezin.

Het hoeft dus niet te verbazen dat in de ‘laatste dagen’ – de dagen tussen de eerste en tweede komst van Christus, de tijd waarin wij leven – nieuwe generaties van spotters komen en van hetzelfde wrange cynisme hun handelsmerk maken: ‘Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen zijn, blijft alles zó, als het van het begin der schepping af geweest is’ (2 Pet. 3:3-4). Maar de zondvloed kwam. En zo zal ook het vuur komen.


Eigen vertaling van de overdenking bij 9 september uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten