dinsdag 11 maart 2014

Dieven moeten meer betalen dan ze stalen (Ex. 22)


Exodus 22; Johannes 1; Job 40; 2 Korinthiërs 10

We doen er goed aan om stil te staan bij iets uit de rechtspraak die we in de Pentateuch vinden – nu beginnend met enkele van de restitutie- [of teruggave]wetten in Exodus 22:1-15. Dieven moeten niet alleen terugbetalen wat ze stalen, maar ook iets extra betalen (22:1, 4).

Dit bijkomende bedrag is niet slechts een straf voor hen, maar compenseert het slachtoffer ook voor het gevoel geweld te zijn aangedaan, of voor het ongemak te hebben moeten missen wat er ook maar was gestolen. Zacheüs verstond het principe, en zijn bekering werd aangetoond door zijn besluit viervoudig terug te betalen en genereus aan de armen te geven (Lukas 19:1-10).

Als een dief niet kon terugbetalen wat hij had gestolen, dan eiste de wet dat hij als slaaf zou worden verkocht om voor zijn diefstal te betalen (22:3).

Slavernij had in deze cultuur economische wortels. Er waren geen moderne faillissementswetten, dus kon het dat iemand zichzelf als slaaf moest verkopen om uitstaande schulden te kunnen aflossen. Maar in Israël had die toestand van slavernij normaal gezien geen open einde: hij was bedoeld om te worden beëindigd in cycli van 7 jaar (21:2-4).

De volgende verzen leggen de terugbetaling uit die moet gebeuren bij verschillende vergrijpen, met de voorziene uitzonderingen om de wet flexibel genoeg te maken om de moeilijke of gevoelige zaken te behandelen (bijv. 22:14-15). In sommige gevallen moeten conflicterende aanspraken voor een rechter worden gebracht, die de taak heeft te onderscheiden wie de waarheid spreekt.

Als bijvoorbeeld iemand zijn zilver of goederen bij zijn naaste in bewaring geeft, en die naaste beweert vervolgens dat ze hem door een dief werden ontstolen, dan moet een rechter bepalen of de naaste de waarheid vertelt of misschien zelf een dief is. Wordt de dief gevat, dan moet hij dubbel terugbetalen. Bepaalt de rechter dat de naaste een leugenaar is, dan moet de naaste zelf het bedrag dubbel terugbetalen (22:7-9).

Wanneer de misdaad diefstal is, dan zorgt terugbetaling op de meest directe manier dat de notie van gerechtigheid bewaard blijft. Waar dieven gewoon in de gevangenis worden gezet, zal het niet lang duren voor experten debatteren of het doel van de gevangenschap remediërend is, therapeutisch, opvoedend, bewarend (voor de bescherming van de maatschappij), of wraakzuchtig.

Een straf die rechtstreeks in verband staat met de misdaad beschermt de voorrang die gerechtigheid geniet. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de vaak verguisde lex talionis, de oog-om-oogbepaling (21:23-25) die geen excuus mocht zijn voor een persoonlijke vendetta, maar een manier om de rechtbanken straffen aan te reiken die exact bij de misdaad pasten.

Die bepaling van gerechtigheid waaraan moet worden voldaan doordringt de Oudtestamentische behandelingen van zowel zonde als overtredingen, en bereidt uiteindelijk de weg voor ons begrip van het kruis als het offer dat voldoet aan de vereisten van gerechtigheid (vgl. Rom. 3:25-26).


Eigen vertaling van de overdenking bij 11 maart uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten