donderdag 22 augustus 2013

Des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich (Ps. 30)


1 Samuël 14; Romeinen 12; Jeremia 51; Psalm 30

Heel wat christenen hebben de bijna onuitsprekelijke bevrijding ervaren wanneer ze overgaan van wanhoop of ziekte of rampzalige nederlaag of een gevoel van vervreemding en afstand van God, naar een hoogte van veiligheid of gezondheid of overwinning of geestelijke intimiteit met onze Maker en Verlosser. David had zeker dergelijke ervaringen. Psalm 30 geeft zijn blijdschap weer gedurende een van deze overgangen naar vreugde.

De psalm bestaat uit drie delen.

In het eerste (30:1-5) schildert David de geweldige ommekeer.

In het tweede (30:6-10) beschrijft hij de onbezorgdheid (NBV: ‘overmoed’) die hem in de eerste plaats neerwaarts trok, hetzij voorafgaand aan de eerste vijf verzen, hetzij in een andere cyclus van hetzelfde probleem.

In het laatste deel (30:11-12) besluit hij met dezelfde exuberante blijdschap die hij vertoont in de eerste vijf verzen, wanneer hij tot de grenzen van de taal gaat om de heerlijke transformatie te beschrijven van de verandering van rouwen naar dansen en van rouwkleed naar klederen van vreugde.

De lijst van tegenstellingen in de psalm verovert het hart en de verbeelding. Hier kunnen we stilstaan bij één paar dergelijke contrasten: ‘want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich’ (30:5).

David schrijft vanuit zijn gezichtspunt als lid van de verbondsgemeenschap. De almachtige God is aan hen gelieerd door een plechtige belofte en een verbond. Als ze zondigen, schrijft God hen niet af: ‘een ogenblik duurt zijn toorn’; zijn straffen, hoe zwaar ook, zijn tijdelijk. Zijn basisstandpunt tegenover hen is genadig: zijn welbehagen duurt ‘een leven lang’.

En aangezien de eerdere verzen aantonen dat David niet denkt aan de natie maar aan zijn individuele ervaring, is hetgeen waar is voor het volk van God op zijn geheel ook waar voor hem in het bijzonder: God kan hem om diverse redenen straffen, maar Gods fundamentele standpunt tegenover hem is barmhartig en genadig en duurt een leven lang.

Zich koesterend in de bewuste tegenwoordigheid en zegen van God, kijkt David terug op zijn recente ervaring en jubelt hij, want er is het feit dat ‘het geween wel ’s avonds overnacht, maar tegen de morgen is er gejuich’.

Er zijn veel dergelijke contrasten in de Schrift, waarvan niet weinige nauw samenhangen met het nieuwe verbond. De apostel Paulus kan spreken over ‘de lichte last der verdrukking van een ogenblik’ (hoewel zijn verdrukkingen volgens onze comfortabele maatstaven noch licht, noch kortstondig waren!). Zij bewerken voor ons ‘een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid’ (2 Kor. 4:17) – en op een dergelijke weegschaal zijn ze werkelijk licht en kortstondig.

Paulus volgt slechts Jezus, ‘die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods’ (Heb. 12:2).


Eigen vertaling van de overdenking bij 22 augustus uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten