donderdag 15 augustus 2013

De wet des HEREN is volmaakt, zij verkwikt de ziel (Ps. 19)


1 Samuël 5-6; Romeinen 5; Jeremia 43; Psalm 19

Psalm 19 is een van de kostbare diamanten uit het psalter. Hij telt drie delen. Het eerste verheugt zich in de woordenloze openbaring van God in het universum (19:1-6); het tweede bejubelt de helderheid, volmaaktheid en rijkdom van Gods geschreven openbaring (19:7-11); na een overgangsvers (19:11), schetst het derde deel het gepaste antwoord van de gelovige, een antwoord vol zelfonderzoek en godvruchtig voornemen.

Was het oude Israël soms geneigd om de scheppingsorde te aanbidden – zon, maan, sterren, dan is onze generatie meer geneigd argumenten aan te voeren die ze maken tot niets meer dan het product van onpersoonlijke krachten. Beide standpunten zijn verschrikkelijk.

Door de filosofische toewijding aan het naturalisme die in onze cultuur prevaleert, wordt het krachtige bewijs voor intelligent design gemarginaliseerd tot we het evidente niet langer kunnen zien: ‘De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen’ (19:2).

De paradox van woordenloze uitdrukking is prachtig, zoals ook de idee van onstuitbare spraak: ‘de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen, toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld’ (19:3-5).

Maar het is in verbinding met zijn geschreven zelfonthulling dat de verbondsnaam van God, Jahweh (‘de HEER’ of ‘de HERE’ in veel van onze Nederlandstalige Bijbels), zeven maal voorkomt (19:8-12). De zes predikingen (19:8-10) overlappen een beetje, maar samen projecteren ze een kijk op de geschreven openbaring die vooruitgrijpt op de zelfs nog vollediger uiteenzetting van Psalm 119.

Een van de treffende dingen aan deze zes stellingen is dat verscheidene ervan niet puur abstract zijn. De tekst zegt niet alleen iets over de woorden van God, maar ook over hun functie in de levens van wie ze in zich opnemen en ze navolgen. Bijvoorbeeld: ‘de getuigenis des HEREN is betrouwbaar’ (19:8): dit is zo, maar de psalmist laat het daar niet bij. Precies omdat de getuigenis des HEREN betrouwbaar is, kunnen ze de onverstandige wijsheid schenken.

Opnieuw: ‘De bevelen des HEREN zijn waarachtig’ (19:9) – een punt dat nog wordt versterkt in het volgende vers: ‘de verordeningen des HEREN zijn waarheid, altegader rechtvaardig’ (19:10). Maar dit is precies waarom ze het hart verheugen (19:9): we hebben te maken met de waarachtige voorschriften en verordeningen des HEREN, dus zijn ze nooit corrupt of manipulatief.

Wat deze twee terreinen van openbaring vereisen is meer dan ontzag bij het zien van transcendente macht, en meer dan persoonlijke verrukking omwille van de persoonlijke, sprekende God – maar beide. Het gepaste antwoord is dan inderdaad berouw en geloof, en toegewijd gebed dat God zelf ons van binnen rein zou maken en onze woorden en overdenkingen Hem welgevallig zou maken (19:13-15).


Eigen vertaling van de overdenking bij 15 augustus uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten