zaterdag 20 oktober 2012

Zonder Christus ware de hemel een hel (2 Thess. 1)

2 Koningen 1, 2 Thessalonicenzen 1, Daniël 5, Psalmen 110-111
Ik hoorde eens een voorganger doorheen 2 Thessalonicenzen prediken met de volgende indeling:
1. Een goede gemeente die door een moeilijke tijd gaat (1:3-4)
2. Een goede God die wacht op de juiste tijd (1:5-10)
3. Een goed man die bidt in de tussenliggende tijd (1:11-12)

Vandaag wil ik wat verder nadenken over het tweede punt.

(1) Paulus kan spreken over de Thessalonicenzen die het koninkrijk van God ‘waardig’ geacht worden, dat met verterende kracht zal komen wanneer Jezus terugkomt (1:5-11). Het verband toont ons dat Paulus niet veronderstelt dat ze op een of andere manier helemaal waardig genoeg zijn om aangenomen te worden door God. De idee is eerder dat ze, nu ze christen geworden zijn, christelijk geloof en liefde aan de dag leggen (1:3-4) en dat ze op de christen weg volharden, ondanks lijden en beproevingen (1:4-5). Dit volharden in het vertonen van genade terwijl ze onder vuur liggen, deze vasthoudendheid, is een bewijs van wat er gebeurt in hun levens, en het resulteert daarin dat ze het koninkrijk worden waardig geacht.

Met andere woorden: waarachtige christenen volharden door Gods genade in het evangelie, en dit toont aan dat ze geschikt zijn voor de wederkomst. In die zin tonen ze zich ‘waardig’.

(2) ‘God is inderdaad rechtvaardig’ (1:6, NBV). Daarom zal er een tijd zijn van vergelding voor hen die zijn volk wreed verdrukken (1:7) en zijn woord veronachtzaamden (1:8). Wanneer Christus terugkomt zal Hij straf oefenen ‘over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen’ (1:8). Hier wordt verondersteld dat de volkomenheid van Gods rechtvaardigheid niet wordt gezien vooraleer Jezus terugkeert.

Een bepaalde uitwerking van gerechtigheid wordt gezien in deze gebroken wereld, maar laten we wel wezen: in deze wereld lijken veel zondige mensen met heel veel weg te komen, en veel mensen die buitengewone goedheid vertonen lijden heel wat. Wijze ouders zeggen vaak tegen hun kinderen ‘Het leven is niet eerlijk. Verwacht dat dus ook niet’. Maar tegelijk is God ‘eerlijk’; Hij is volmaakt rechtvaardig. Maar verwacht niet dat zijn rechtvaardigheid aangetoond wordt door onmiddellijke beloning en vergelding. Zijn tijdsrekening is niet de onze. Het leven is niet eerlijk op onze tijdrekening. Wanneer Jezus echter terugkomt, zal niet alleen recht geschieden, we zullen ook zien dat het geschiedt.

(3) Op dat moment is Christus zelf het centrum van alles, en niemand van ons, individuen. Omwille van de centrale rol van Christus wordt straf zowat gedefinieerd in termen van verstoten worden ‘ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte’, terwijl ze ‘boeten met een eeuwig verderf’ (1:9).
Onder ‘zijn heiligen’ daarentegen, zijn heilig volk, zal diezelfde Heer Jezus ‘verheerlijkt’ worden, ‘en met verbazing aanschouwd’ worden ‘in allen, die tot geloof gekomen zijn’ (1:10). Laat Christus niet in de hemel zijn, en de hemel ware een hel.


Eigen vertaling van de overdenking bij 20 oktober uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten