maandag 15 oktober 2012

'De God die met vuur zal antwoorden, die zal God zijn' (1 Kon. 18)


1 Koningen 18, 1 Thessalonicenzen 1, Ezechiël 48, Psalm 104
Het is verleidelijk om de commentaar op de Paulinische triade die we vinden in 1 Thessalonicenzen 1:3 verder te zetten (zie de overdenking van 11 oktober), maar de confrontatie op de berg Karmel (1 Koningen 18) vraagt onze aandacht.

Het meest schokkende aan die confrontatie is dat ze nodig was. Dit is het verbondsvolk van God. We kunnen niet zeggen dat God zich nooit aan hen geopenbaard heeft. In hun denken hebben de tien stammen van het noordelijke koninkrijk hun erfgoed zo goed als losgelaten. Wanneer Elia het volk uitdaagt met de woorden ‘Hoelang zult gij aan beide zijden mank gaan? Indien de HERE God is, volgt Hem na; maar indien het de Baäl is, volgt hem na’ (18:21), dan zegt het volk niets.

Maar voor we ons wentelen in al te veel gedachten van eigengerechtigheid, moeten we bedenken hoe vaak de kerk al weggetrokken is van haar ankerplaatsen. De opwekking die bekendstaat als ‘the Great Awakening’ was een krachtige beweging van de Geest van God, maar een eeuw later waren veel van de kerken die toen gevuld werden met nieuwe bekeerlingen, onderbouwde theologie en godvruchtig leven, verzonken in het ‘unitarisme’ (stroming die de leer van de goddelijke drieëenheid verwerpt, JL).

Wie had kunnen denken dat het land van Luther en de Reformatie ons Hitler en de Holocaust zou brengen? Hoe komt het dat evangelicalisme van de twintigste eeuw, dat als paddenstoelen groeide tussen pakweg 1930 en 1960, snel tal van zelfverklaarde evangelicalen voortbracht die door geen enkele evangelische leider van de periode daarvoor als zodanig beschouwd zouden worden?

De droevige realiteit is dat het menselijke geheugen kort, selectief en zelfzuchtig is. Bovendien begint elke nieuwe generatie met een lichtelijk verschillend referentiekader. Aangezien al zijn leden bekering nodig hebben, is de kerk nooit meer dan twee generaties van zijn uitsterven verwijderd.

Als we dit eenvoudige punt vergeten, wordt het al te gemakkelijk om op onze lauweren te rusten wanneer we het goed hebben, en op een bepaalde manier het zicht te verliezen op onze taak, om nog maar niet te spreken van het zicht op onze Schepper en Verlosser.

De scene op de berg Karmel was spectaculair: één profeet tegen 850, Yahweh tegen Baäl – en Baäl werd vaak gezien als de god van het vuur. Het is alsof Elia de wedstrijd heeft opgezet op het terrein van Baäl. Zijn spottende woorden zwepen de valse profeten op tot een orgie van zelfkastijding (18:28). Op Gods aanwijzing (18:36) vergroot Elia de risico’s nog door het offer te drenken dat hij bereidt.

’s Avonds dan doet zijn eigen korte gebed explosief vuur uit de hemel neerdalen, en het volk schreeuwt ‘De HERE, die is God! De HERE, die is God!’ (18:39). En als antwoord op Elia’s voorbede daalt er opnieuw regen neer op het uitgedroogde land. Er is iets diep in het hart van veel christenen dat roept, ‘Doe het opnieuw!’ – natuurlijk niet exact hetzelfde, maar een gerichte confrontatie die diepgaande en gefundeerde belijdenis van de levende God uitlokt.

Maar veranderde Israël zelfs door dit feit? Waarom of waarom niet?


Eigen vertaling van de overdenking bij 15 oktober uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten