woensdag 3 oktober 2012

'Mij is in een openbaring het mysterie onthuld' (Ef. 3)



1 Koningen 6, Efeziërs 3, Ezechiël 36, Psalm 86
Een geheimenis in de geschriften van Paulus is gewoonlijk niet iets ‘mysterieus’, nog minder een whodunit – een detectiveverhaal. Het is een waarheid of leerstelling die in bepaalde mate werd verborgen gehouden in de generaties daarvoor, en nu met de komst van het evangelie onthuld en openbaar gemaakt werd.

Soms wordt het evangelie zelf beschreven als een mysterie; meer gebruikelijk is dat een bepaald element van het evangelie het label van geheimenis of mysterie krijgt.
In Efeziërs 3:2-13 benadrukt Paulus dat hij, samen met andere ‘apostelen en profeten’ (3:5), diep inzicht kreeg ‘in het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen’ (3:4-5). Dan vertelt hij ons de inhoud van dit mysterie: ‘dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie’ (3:6).

We moeten nadenken over de manieren waarop dit mysterie verborgen was. De Schriften van het Oude Testament grijpen zeker bij momenten al vooruit naar de genade van God die zich verder uitstrekt naar mannen en vrouwen uit alle volken. Het verbond met Abraham voorzag dat in Abrahams zaad alle volken op aarde gezegend zouden worden (Gen. 12:3, zie de overdenking van 11 januari). Wat is daar dan verborgen aan?

Toch blijft het feit staan dat de ruimte die de Bijbel wijdt aan de Wet van Mozes maakt dat die bredere nadruk vaak verloren ging. Des te meer als je die ruimte koppelt aan het groeiend aantal uitleggingen die de Mozaïsche wet zien als een begripskader dat de lezing van een groot deel van het Oude Testament bepaalt.

Dus kan die verborgenheid aan de ene kant gezien worden als een goed uitgewerkt plan van God om de heerlijkheid van zijn ‘eeuwige voornemen’ (3:11; NBV: ‘eeuwenoude plan’) te verbergen, tot de tijd rijp was om het te ontvouwen; aan de andere kant heeft de verborgenheid ook iets te maken met de menselijke verdorvenheid, die de Oudtestamentische Schrift leest op een manier die de ware dimensies van de beloften uit het Oude Testament aan banden legt en minimaliseert.

Met de komst van Christus werd veel duidelijker op welke manieren de boeken van het Oude Testament al vooruit wezen. De Grote Opdracht zette een stempel van internationalisme op de zending van zijn discipelen, die alle parochialisme beschaamt.

Bovenal verschaft Jezus’ uitleg van het Oude Testament een aantal nieuwe inzichten. Als we de verhaallijn van het Oude Testament goed lezen in zijn lineaire, historische verloop, dan ligt er niet zoveel nadruk op de Wet van Mozes als sommigen dachten.

Het Mozaïsch verbond blijkt zelfs een mislukking in termen van in welke mate het mensen slechts kon veranderen. Zijn grootste succes ligt in het feit dat het ons modellen verschaft die beschrijven hoe de ultieme Redder, de ultieme Priester, de ultieme Tempel, het ultieme Offer er moet uitzien. En Paulus is de apostel die niet alleen dit geheimenis predikt, maar dit ook doet tot de heidenen, de mensen die het meest geraakt zouden worden door de inhoud van dit geheimenis.


Eigen vertaling van de overdenking bij 3 oktober uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten