“Ik zou het niet kunnen”. Het is een veelgehoorde opmerking, waarmee we niet alleen bedoelen dat we iets gewoon niet kunnen, maar waarmee we ook waardering uitdrukken. En vaak heel terecht.
Ik kan niet koken als Els
Ik kan geen muur beschilderen als Melissa
Ik kan niet basketten als Alexander
Ik kan niet dribbelen of jongleren als Timon
Ik kan niet op de computer werken als Didier
Ik kan niet dansen als Jacinta
Ik kan niet tekenen als Elice
Ik kan niet zingen als Julie of Natasja
Ik kan geen Sudoku’s oplossen als Emilie
Naarmate de afstand tussen ons, ‘sukkelaars’ op dat specifieke terrein, en de persoon die iets bijzonders kan, groter wordt, wordt ook onze waardering voor die persoon groter. Het feit dat ik niet kan dribbelen als Timon, mag dan bij mij wel ontzag wekken voor Timon, maar waarschijnlijk is iemand met vergelijkbare voetbalkwaliteiten al een stuk minder onder de indruk.
Maar als we spreken over de schijnbewegingen van Ronaldo, dan zijn de twee min of meer evenwaardige voetballers van Vlaams niveau wél meteen zwaar onder de indruk. Ronaldo kan iets wat heel weinig mensen kunnen.
Dus naarmate je een zeldzamer prestatie levert, groeit het ontzag van mensen.
Je talent wordt bijna zo zeldzaam als een parel.
Ik denk dat God dit zo bedoeld heeft, dat Hij daarom niet alle mensen dezelfde talenten gegeven heeft, en bepaalde mensen wel héél uitzonderlijke bekwaamheden geschonken heeft.
Hij wil daarmee benadrukken dat het goede, uitzonderlijke en zeldzame lof verdient.
En als we daarover nadenken, mogen we denken aan een prestatie die iemand geleverd heeft, die door geen enkel ander mens kon gedaan worden: onze straf dragen.
Jezus’ werk op Golgotha was uniek, geen mens kon onze zonden dragen dan een zondeloze (*). Dit is een van de aspecten die Jezus’ kruisdood zo bijzonder en lovenswaardig maken.
*Niemand kan ooit een broeder loskopen, noch aan God zijn losprijs betalen (Psalm 49:8)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten