donderdag 13 augustus 2015

Zo doodde hij hem die de koning van Babel over het land had aangesteld (Jer. 41)


1 Samuël 3; Romeinen 3; Jeremia 41; Psalm 17

Het verslag van de moord op Gedalja en van de nasleep (Jer. 41) is wreed en lelijk.

(1) De man die verantwoordelijk is voor Gedalja’s dood, Jismaël, de zoon van Netanja (40:8; 41:1), was een man van koninklijken bloede, en was mogelijk verbolgen omdat hij niet door de Babyloniërs werd aangeduid om over het volk te regeren.
Het is altijd schokkend mensen te zien graaien naar macht, zelfs wanneer er niets meer is dan rampspoed en armoede om macht over uit te oefenen.

(2) De diepte van Ismaëls verraad wordt krachtig neergezet. Iemand doden bij een maaltijd die je samen gebruikte, was veel schokkender in de zesde eeuw v.C. dan in onze dagen, gehard als we zijn door boeken van Agatha Christie en dergelijke meer. Bovendien gaat de razernij van Ismaël zo ver dat anderen vermoord worden, inbegrepen de Babylonische troepen die waren achtergelaten om over bepaalde dingen te waken.

Het motief dat leidt tot de volgende gruweldaad (41:4-7) is onzeker: mogelijk koesterde Ismaël nog altijd achterdocht tegenover iedereen die Gedalja wilde dienen (41:6). Of in de nog altijd vreselijk onstabiele politieke situatie die volgde op de oorlog, was hij mogelijk uit op roof en chaos.

De tweede visie geniet de voorkeur omdat sommige van de pelgrims hun leven redden door Ismaël te vertellen over een verborgen voedselvoorraad (41:8).

(3) Jochanan, de zoon van Kareach, was degene die Gedalja eerst waarschuwde voor Ismaëls samenzwering (40:13-14). Nu is hij al even snel om een bende samen te stellen en Ismaël en diens mannen en hun gevangenen achterna te zitten (41:11-12). Hoewel Ismaël ontkomt met acht van zijn mannen, worden de gevangen gered (41:14-15).

(4) Nu moet Jochanan zich afvragen wat hij moet doen. Hij en de mannen bij hem zijn bang dat, wanneer de moord op Gedalja en anderen gerapporteerd wordt in Egypte , Nebukadnessar zodanig toornig zal zijn dat hij krachtige legereenheden zal laten terugkomen en iedereen zal ombrengen die nog overblijft.
Zo trekt Jochanan zuidwaarts, richting Egypte. Hij begint dichtbij Betlehem (net bezuiden Jeruzalem) om degenen te verzamelen die samen met Hem willen ontsnappen.

(5) Theologisch gezien maakt dit allemaal deel uit van de volkomen verwoesting die Juda te beurt valt. De stad en de tempel zijn vernield. De Davidische dynastie is aan zijn eind gekomen. Alle leiders, ambachtslieden, priesters en dergelijke zijn in golven gedeporteerd (zie 52:28-30).
En nu, net wanneer het lijkt alsof een goed man, Gedalja, deze gebroken natie misschien op een of andere manier kan verplegen om via langzaam herstel tot echte economische en politieke gezondheid te komen, wordt hij vermoord.

De weinige overblijvende leiders vrezen de Babyloniërs en zijn van plan te vluchten naar Egypte. Zich niet bewust van wat ze doen, zorgen ze op deze manier voor de perfecte vervulling van de profetieën van volkomen ondergang die Jeremia gedurende vier decenennia heeft gepredikt.


Eigen vertaling van de overdenking bij 13 augustus uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten