vrijdag 17 juli 2015

Het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën (Mt. 27)

Jozua 24; Handelingen 4; Jeremia 13; Matteüs 27

Mattëus vertelt ons het volgende over het ogenblik waarop Jezus stierf: ‘het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën’ (Mt. 27:51). De onmiddellijke oorzaak was blijkbaar de aardbeving die met Jezus’ dood gepaard ging.

Maar het is onmogelijk voor de bedachtzame christen om deze korte en cryptische waarneming niet te zien in het grotere plaatje – het verslag van wat het voorhangsel ondertussen al betekende in de geschiedenis van Israël en hoe zich dit verder ontwikkelt in de latere boeken van het Nieuwe Testament, zoals Hebreeën en Openbaring, waar de eerste generatie christelijke schrijvers aan hun lezers uitleggen wat het kruis precies bewerkt had.

Volgen we deze lijnen, dan is het scheuren van de voorhang een handeling vol symboliek en van groot belang.

Vier opmerkingen:

(1) Zowel het voorhangsel, als het scheuren van het voorhangsel zijn zinloos tenzij we zien dat, aan deze kant van de zondeval, we geen recht hebben om in de tegenwoordigheid te komen van een heilige God.

Na hun rampzalige rebellie, worden Adam en Eva uit de hof verdreven (Gen. 3). Wanneer de bevrijde Israëlieten hun gouden kalf vervaardigen in de woestijn, stuurt God niet alleen oordeel, maar dreigt Hij ook zichzelf niet te manifesteren onder hen, opdat ze niet vernietigd worden (Ex. 32-33).

Zowel in het verhaal als in de openbaring hameren de bijbelse schrijvers op deze waarheid: zonde brengt scheiding tussen ons en onze transcendente heilige Schepper. We hebben geen toegangsrecht tot het allerheiligste.

(2) Deze realiteit werd gesymboliseerd in de bouw van de tabernakel en later de tempel. Een derde van de structuur, het heilige der heiligen, had de afmetingen van een kubus. Het was van de rest van het gebouw afgescheiden door een zwaar gordijn. Hier verscheen God zelf in heerlijkheid. Alleen de hogepriester kon binnenkomen – en slechts één keer per jaar, met het bloed van de voorgeschreven offers, gebracht voor zijn eigen zonden en voor de zonden van het volk. Alle anderen waren uitgesloten op straffe des doods.

(3) Het scheuren van het gordijn op het moment dat Jezus stierf symboliseert daarom dat Jezus’ dood toegang verkregen heeft voor zondaars tot de tegenwoordigheid van God zelf. Hij is onze grote hogepriester; Hij is ons zoenoffer. Ook moet Hij niet elk jaar een keer het heilige der heiligen binnensluipen.
Hij stierf eenmaal voor allen en voldoet aan de heilige eisen van God, zodat het gordijn in principe kan naar beneden komen.

(4) Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het ‘nieuwe Jeruzalem’, een van de beelden voor de uiteindelijke woonplaats voor Gods volk (Opb. 21-22), ook de vorm kreeg van een perfecte kubus. Nu al hebben christenen toegang tot de troon van God dankzij Jezus Christus; in de eindvervulling zullen we echter zonder angst en overweldigd door vreugde en aanbidding in de weergaloze schittering van zijn heiligheid staan.


Eigen vertaling van de overdenking bij 17 juli uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten