dinsdag 12 januari 2010

Tekst lezing "Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde" (4)

Vierde deel van de lezing door Jos Vanlede van zaterdag 28 november, in CC De Steiger in Menen. Onderwerp: “een nieuwe hemel en aarde” (reeks: “De eindtermen”).

Merk op: volgende lezing op vrijdag 29 januari, door Ger De Koning over "de hel".




EEN VIRTUELE RONDREIS?

Misschien zouden we wel graag een virtuele toeristische rondleiding willen in de Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde, maar dit is niet wat Johannes ons toont.
Nee, hij geeft een bonte mengeling van metaforen die tot de verbeelding spreken. Dat blijkt meteen uit de inleidende woorden: Johannes heeft het in één adem over de nieuwe hemel en aarde, een stad, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt en een bruid die voor haar man versierd is.

Wat wil Johannes ons tonen? Gemakshalve wil ik deze overdenking opdelen:

1. De nieuwe hemel en aarde is een bruidsstad
2. De nieuwe hemel en aarde is een tempelstad


1. De nieuwe hemel en aarde is een BRUIDSSTAD (1-6) “samenvatting”

Wanneer Johannes in vers 2 het Nieuwe Jeruzalem uit de hemel ziet neerdalen, ziet hij vervolgens niet iets nieuws of slechts een bepaald gedeelte van het nieuwe universum, maar ziet hij gewoon een andere dimensie van dezelfde realiteit.

HET “NIEUWE” JERUZALEM, EEN HEMELS JERUZALEM

Het verlangen naar een “nieuw” Jeruzalem dat geopenbaard zou worden bij de komst van de Messias leefde vooral op na de periode van de ballingschap. Onder Gods oude verbondsvolk leefde toen sterk de gedachte dat, als de terugkeer uit de ballingschap al de heropbouw van Jeruzalem tot gevolg had, hoeveel te meer zou God op een nog toekomstige dag dan niet een “nieuw” Jeruzalem oprichten?
Niet zoals het Jeruzalem van vroeger, maar een stad naar hemels model, een plaats waar Gods volk zich voor altijd zou verheugen en jubelen voor zijn aangezicht.

Jesaja had hierover al met vertroostende en hoopvolle woorden gesproken:
Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen. Maar gij zult u verblijden en juichen voor eeuwig over hetgeen Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap. En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk. En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. (Jes.65:17-19)


In het Nieuwe Testament wordt ditzelfde woordgebruik teruggevonden. De apostel Paulus spreekt in de Galatenbrief van het Jeruzalem dat van boven is, dat is niet het aardse Jeruzalem, maar de plaats waar God zijn woning heeft, waar Gods volk in zijn tegenwoordigheid verblijft.

En de Hebreeënbrief heeft het over de stad waarvan God de ontwerper en bouwmeester is, dat is de stad waar Abraham in zijn dagen naar uitzag. Dat is geen stad in het oude Midden-Oosten, maar een stad waar Abraham één kon zijn met God samen met het volk van God.

Het “nieuwe” Jeruzalem is het “antitype” van het “oude” Jeruzalem van het OT.

Jeruzalem was onder het oude verbond het centrum waar de tempel stond en waar God zijn volk ontmoette.
Het was ook de stad van waaruit de koning regeerde en waar de hogepriester zijn woning had.
Als er nu een plaats is waar de Priester-koning woont en waar Gods volk voor eeuwig in zijn nabijheid verblijft, niet enkel op de vaste feestdagen, maar voor eeuwig, welke naam zou er dan passender zijn voor die stad dan het Nieuwe Jeruzalem, de heilige stad?

Het is een stad die uit de hemel neerdaalt, het is een stad van hemelse oorsprong, het is Gods werk, zijn schepping, net zoals Gods volk evenzeer Gods schepping is, een nieuwe schepping.

EEN SOCIAAL VISIOEN - EEN HEMELSE SAMENLEVING

Een grootstad roept vooral in onze dagen een beeld van onveiligheid op, een plaats waar de criminaliteit hoog is en het kwaad hoogtij viert. En hoewel mensen er dicht op elkaar leven, leven mensen er vaak naast elkaar en voelen veel mensen zich er eenzaam. Hoe vaak lezen we niet in de krant dat iemand in zijn woning eenzaam en alleen overleden is en pas dagen later gevonden wordt als de geur van het ontbindingsproces de buren of voorbijgangers verstoort?

Een stad is bovenal een samenleving van mensen. Stel je eens een samenleving voor waar alle mensen God kennen en elkaar liefhebben. Een samenleving waar mensen niet langer op zichzelf gericht zijn maar gepassioneerd gericht zijn op het welzijn van de ander in dienst van hun Heer. Zou een grootstad dan geen aangename plaats zijn om te vertoeven? Zou er dan nog ooit iemand eenzaam zijn?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten