‘Doorheen de kerkgeschiedenis waren de grootste predikers zij die erkend hebben dat ze uit zichzelf geen autoriteit hebben. Ze zagen het als hun taak om de woorden van de Schrift uit te leggen en ze duidelijk op de levens van hun hoorders toe te passen.
Hun prediking verkreeg zijn kracht niet uit het verkondigen van hun eigen christelijke ervaring of uit de ervaring van anderen, ook niet uit hun eigen mening, creatieve ideeën, of talent om te spreken. Maar wel uit Gods krachtige woorden.
In de kern stonden ze achter de preekstoel, wezen ze op de bijbeltekst en zeiden vervolgens tot de gemeente: “Dit is wat dit vers betekent. Zie je deze betekenis hier ook? Dan moet je het geloven en gehoorzamen met je hele hart. Want God zelf, je Schepper en Heer zegt dit vandaag tegen je!”
Alleen het geschreven woord van de Schrift kan dit soort autoriteit aan de prediking geven.’
(Vrij vertaald van Wayne Grudems ‘Bible Doctrine’ en gelezen bij Joshua Harris)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten