"En zijn ogen waren als een vlammend vuur" (Openbaring 1:15)
"Niets is voor het mensenhart zo diepingrijpend veranderend als de ervaring er verschrikkelijk uit te zien in de aanwezigheid van de liefde en gezien te worden met alles wat zo afgrijselijk lelijk aan ons is en om dan nog steeds gewild te worden, ja meer nog, om dan nog steeds onderwerp van intense vreugde te zijn. Dat is genade.
Wij leven in schone schijn. We verbergen het kwade en lopen te koop met het goede. Zo kan gemeenschap nooit op genade gegrond en echt zijn. Het hindert ons in het genieten van God. Maar Johannes zegt: 'Hij ziet me. Hij ziet alles. De zonde zit nog steeds in me, maar Hij blijft. Hoe is dat mogelijk?'"
Uit: "Ik zeg PAPA", pag. 152, door Larry Crabb, uitg. Medema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten