zondag 18 januari 2015

De Bijbel (voor)lezen en verklaren (Neh. 8 en Hd. 18)


Genesis 19; Matteüs 18; Nehemia 8; Handelingen 18

Je haalt er voordeel uit de laatste twee van bovenstaande tekstverwijzingen, Nehemia 8 en Handelingen 18, naast elkaar te zetten.

Een groot deel van Handelingen 18 is gewijd aan de prediking en leer van het Woord van God en aan de kwestie hoe je Gods openbaring goed moet verstaan. Wanneer Silas en Timotheüs vanuit Macedonië in Korinthe aankomen (18:5), en ze waarschijnlijk wat geld meebrengen als steun, krijgt Paulus de vrijheid om zich ‘geheel aan de prediking’ te wijden, ‘waarin hij de Joden betuigde, dat Jezus de Christus is’ (18:5).

Uiteindelijk brengt de driftige tegenstand hem ertoe meer tijd met de heidenen door te brengen. Niet langer in de mogelijkheid de synagoge te gebruiken, maakt hij gebruik van het huis van Titius Justus net ernaast. Al gauw komt de overste van de synagoge zelf tot bekering (18:8).

Sommige Joden starten een wettelijke procedure tegen Paulus, maar de plaatselijke magistraat ziet in dat het geschil in de kern draait om tegengestelde interpretaties van de Schrift (18:12-16).

Het einde van het hoofdstuk introduceert Apollos, onderwezen in de Schrift en een krachtig spreker, maar nog altijd een beetje slecht op de hoogte betreffende Jezus. ‘Hij wist alleen van de doop van Johannes’ (18:25, HSV).

Mogelijk kende hij genoeg van de leer van Johannes de Doper om de komst van Jezus aan te kondigen en misschien kende hij zelfs details van Jezus’ leven, dood en opstanding, maar zoals de ‘gelovigen’ aan het begin van het volgende hoofdstuk, is het mogelijk dat hij niets wist van Pinksteren en van de gave van de Geest.

Uiteindelijk bezochten veel Joden van overal uit het rijk Jeruzalem wel na de opstanding, maar nog voor Pinksteren, want na de feesten keerden ze naar huis terug. Indien Apollos en anderen Jeruzalem verlaten hebben na de opstanding en nog voor Pinksteren had plaatsgevonden, was het niet onmogelijk dat het jaren kon duren vooraleer ze beter geïnformeerd raakten. En informatie is precies wat Priscilla en Aquila Apollos gaven, terwijl ze ‘hem de weg Gods nauwkeuriger uitlegden’ (Hd. 18:26).

In Nehemia 8 begint Ezra een zevendaagse Bijbelconferentie. Hij leest de verzamelde menigte zorgvuldig voor uit ‘de Wet’. De Levieten sluiten zich hierbij aan; ze ‘gaven het volk onderricht in de wet (…).Zij lazen namelijk uit het boek, uit de wet Gods, duidelijk voor en gaven uitlegging, zodat men het voorgelezene begreep’ (8:8-9).

Het ‘duidelijk voorlezen’ kan ook vertaald worden als ‘ze vertaalden het’; per slot van rekening was de Wet geschreven in het Hebreeuws, en tegen die tijd spraken de meeste mensen Aramees. De Bijbel was voor hen een gesloten boek geworden.

Of het nu door vertaling of uitlegging of door een combinatie van beide was, het volk verstond het opnieuw. Er komt vreugde ‘want zij hadden begrepen wat men hun had bekendgemaakt’ (8:13).

Of het nu onder het oude verbond of het nieuwe is, er is niets belangrijker voor de groei en rijping van Gods volk dan een hart dat hongerig is om te lezen en te begrijpen wat God zegt, en mensen die het duidelijk kunnen uitleggen.


Eigen vertaling van de overdenking bij 18 januari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten