donderdag 1 januari 2015

'Allen die God daartoe aanzette, maakten zich gereed om naar Jeruzalem te vertrekken' (Ezr.1)


Genesis 1; Matteüs 1; Ezra 1; Handelingen 1

De eerste stappen in de richting van Israëls terugkeer uit ballingschap en de herbouw van de tempel (Ezra 1) zijn bijzonder interessant:

(1) Iemand die weinig weet van geschiedenis zou je de idee nog kunnen vergeven dat Israël de enige bevolkingsgroep was die uit de gebondenheid van de ballingschap werd vrijgelaten. Historisch gezien klopt dit niet. Toen de Perzen de macht overnamen van de Babyloniërs (die Juda in ballingschap hadden gestuurd), keerde koning Kores (of Cyrus) van Perzië het Babylonische beleid om. De Babyloniërs (en de Assyriërs voor hen) transporteerde de aristocratie en de leidende burgers van onderworpen gebieden.

Opstand werd in de antieke wereld vaak opgehangen aan het drievoudige koord van volk, land en godsdienst. Indien één van deze drie kon worden weggenomen, was de kans op rebellie kleiner. Door alle leiders uit elke economische sector van een cultuur naar een nieuw gebied te vervoeren, ver weg van hun eigen land (waardoor ze volk en land van elkaar afsneed), wisten deze rijken een soort vrede te verzekeren.

Natuurlijk kreeg je ook enorme ontwrichting, die zeker voor negatieve gevolgen moet hebben gezorgd, niet in het minst economisch. Maar wat ook zijn beweegredenen waren, Kores beëindigde niet alleen dit beleid, maar stond de ballingen ook toe – inclusief de Joden – om naar huis terug te keren.

(2) Maar Ezra ziet het goed wanneer hij dit beschouwt als het werk van God: ‘de HERE wekte de geest van Kores, de koning van Perzië, op’ (1:1). Bij een andere gelegenheid zou de Heer er voor zorgen dat een volkstelling zou worden afgenomen van de volledige Romeinse wereld, om een zwangere vrouw naar Betlehem te brengen – opnieuw om een oud Schriftwoord te vervullen (Lk. 2).

(3) De profetie is volgens Ezra in dit geval afkomstig van Jeremia (Ezra 1:1), waarbij hij waarschijnlijk verwijst naar Jeremia 25:11-12; 29:10-14; 51. Het zou een vergissing zijn om Ezra 1:1 te lezen alsof God op een bepaalde manier gebonden was door Jeremia’s woord, in plaats van omgekeerd. Het punt is dat de profetie van Jeremia niets anders is dan het woord van God. God is gebonden door zijn eigen woord. Toen Daniël begreep dat de voorgeschreven tijd van ballingschap ten einde liep, zette hij zichzelf ertoe Gods aangezicht te zoeken voor zijn volk (Dan. 9) – wat natuurlijk precies was wat diende te gebeuren. En hier vinden we de antwoorden op zowel Daniëls gebeden als op Gods beloften.

(4) Zoals gewoonlijk wanneer God krachtdadig ingrijpt, zijner geen losse eindjes. Aan de ene kant beweegt Hij Cyrus de koning om zijn oproep te doen; aan de andere kant wekt Hij de geest van veel Israëlieten op om naar huis terug te keren (1:5). Uiteindelijk hebben we nu te maken met een generatie die volledig was opgegroeid in de Tigris-Eufraatvalleien. Het zou vergelijkbaar zijn met vragen aan tweede- of derdegeneratie migranten naar de VS [of België, JL] uit pakweg Congo of Indië om terug te keren naar ‘huis’. Maar Gods volk wordt gewillig op de dag van zijn kracht.


Eigen vertaling van de overdenking bij 1 januari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten