zaterdag 31 mei 2014

Alleen Hij is God (Deut. 4)



Deuteronomium 4; Psalmen 86-87; Jesaja 32; Openbaring 2
De structuur van het boek Deuteronomium vertoont veel gedetailleerde parallellen met oude verbonden of verdragen die regionale machten afsloten met hun vazalstaten. Een van de elementen in dergelijke verdragen was een soort historische inleiding – een korte en selectieve recapitulatie van de historische omstandigheden die beide partijen tot op dit punt hadden gebracht. Een dergelijke samenvatting vind je in Deuteronomium 1-3.

Terwijl het verbondsvolk van God voor de tweede keer het Beloofde Land nadert, veertig jaar na de Exodus zelf (1:3) en met een volledige generatie die is overleden, legt Mozes tegenover de gemeente sterke nadruk op de aard van het verbond, de grootheid van de redding die nu hun erfgoed vormde, de droevige geschiedenis van rebellie, en boven alles de zuivere majesteit en heerlijkheid van de God met wie ze verbonden zijn in deze verbazingwekkend genereuze verbondsrelatie.

De drie hoofdstukken selectieve geschiedenis effenen de weg voor Deuteronomium 4. Hier is het historische overzicht grotendeels voorbij; nu worden de belangrijkste lessen getrokken uit die geschiedenis.

Kijk altijd terug naar wat God heeft gedaan en blijf het gedenken. God is je deze geweldige redding niet verschuldigd. Verre van: ‘Omdat Hij uw vaderen heeft liefgehad en hun nakroost heeft uitverkoren, heeft Hij zelf u met zijn grote kracht uit Egypte geleid’ (4:37).

Maar er zijn gevolgen aan verbonden: ‘Gij hebt het te zien gekregen, opdat gij zoudt weten, dat de HERE de enige God is, er is geen ander behalve Hij’ (4:35). ‘Weet daarom heden en neem het ter harte, dat de HERE de enige God is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander’ (4:39). ‘Neemt u ervoor in acht, dat gij het verbond van de HERE, uw God, dat Hij met u gesloten heeft, niet vergeet en u een beeld maakt in de gedaante van iets, dat de HERE, uw God, u verboden heeft. Want de HERE, uw God, is een verterend vuur, een naijverig God’ (4:23-24).

Met andere woorden: ze moeten God dienen, maar alleen Hij is God. Elke generatie gelovigen moet met deze waarheid rekening houden, of moet Gods toorn ondergaan. Van de vele lessen die voortkomen uit deze historische terugblik, is er een relatief klein punt – pijnlijk voor Mozes en belangrijk voor ons – dat langzaam vervaagt. Herhaaldelijk herinnert Mozes het volk eraan dat hijzelf het land niet zal mogen binnengaan. Hij verwijst naar de tijd waarin hij de rots sloeg in plaats van er tegen te spreken (Num. 20, zie ook de overdenking van 9 mei).

Maar nu maakt hij naar waarheid duidelijk, dat zijn zonde en straf er kwamen ‘om uwentwil’ (Deut. 1:37; 3:23-27; 4:21-22). Natuurlijk was Mozes verantwoordelijk voor zijn eigen daad. Maar hij zou niet in de verleiding zijn gekomen had het volk zich godvrezend gedragen. Hun aanhoudend ongeloof en geklaag hadden hem uitgeput.

Sta stil bij een Nieuwtestamentische uitdrukking van dit principe: Hebreeën 13:17.


Eigen vertaling van de overdenking bij 31 mei uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten