vrijdag 24 augustus 2012

'De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HERE ziet het hart aan' (1 Sam. 16)



1 Samuel 16, Romeinen 14, Klaagliederen 1, Psalm 32


De zalving van David tot Koning over Israël (1 Sam. 16:1-13) is heel interessant, ook al volgt zijn troonsbestijging pas vele jaren later.

(1) Soms zijn profeten en predikers trager om een slechte leider te laten gaan dan de Almachtige God (16:1). Dit is niet omdat wij barmhartiger zijn dan God, maar omdat passiviteit of nostalgie of persoonlijke banden van genegenheid ons verblinden voor de duidelijke schade die de leider aanricht. Hoe groot ook zijn mededogen, God is nooit verblind.

(2) Saul was tot de troon verheven omdat God dit zo bepaald had. Is hij zo dwaas om te denken dat hij God te slim af kan zijn om die positie te kunnen behouden? Het is bijzonder droevig om te ontdekken dat Samuel vreest om de volgende koning te zalven, omdat Saul iedereen zal doden, zelfs een profeet van God, die een bedreiging vormt voor het koningshuis waarvan God zelf verklaard heeft dat het er nooit zal komen.

(3) Saul leek zeer beloftevol toen hij pas tot de troon verheven was. Nu denkt Samuel dat hij koninklijk materiaal bespeurt in de zonen van Jesse – bijvoorbeeld in Eliab, de eerstgeborene. Maar God zegt: ‘Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de HERE ziet het hart aan’ (16:7). Dit is een les die opnieuw moet geleerd worden, in het bijzonder in onze tijd, want onze tijd houdt meer van beelden dan van realiteit. Zelfs bepaalde predikers wijden meer aandacht aan hoe ze zich ‘succesvol kunnen kleden’ (Eng.: dress for success) en hoe ze een dwingende en autoriteitsvolle stem kunnen ontwikkelen, dan aan het bewaren van een zuiver hart.

(4) De belangrijkste factor in het leven en de dienst van David is de Geest van de Heer die hem ‘aangreep’ (16:13; HSV: vaardig over hem werd). Dit is de normale verwachting van die profeten, priesters, koningen en een aantal andere leiders, die speciale rollen vervulden onder de bepalingen van het oude verbond. Hoe moeilijk het ook is om in dergelijke zaken onderscheidingsvermogen aan de dag te leggen, toch kun je niet genoeg of te luid zeggen dat wat de kerk vandaag nodig heeft, leiders met zalving (Eng.: ‘unction’) zijn – een woord dat de puriteinen graag gebruikten. Dit is wat het ook eenvoudig betekent: zalving (Eng.: ‘anointing’), dit wil zeggen:een zalving door de Geest. Is het teveel gevraagd in een tijdperk waarin onder de bepalingen van het nieuwe verbond, ieder die deel uitmaakt van het verbondsvolk van
God, de Geest ontvangt die werd uitgestort op Pinksteren?

(5) Het kan niet anders dan dat zij die hun Bijbel kennen een bepaalde opwinding voelen bij de eenvoudige woorden van vers 12. Daar vertelt de Heer aan Samuël met betrekking tot David: ‘Sta op, zalf hem, want deze is het’. Ja, David was de man. Hier is het veelbelovende begin van een belangrijke nieuwe stap in de heilsgeschiedenis, een begin dat rechtstreeks leidt naar de meest vooraanstaande van Davids nakomelingen – en tegelijk zijn Heer.


Eigen vertaling van de overdenking bij 24 augustus uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten