maandag 27 augustus 2012

'De gemeente van God … geheiligd door Christus Jezus' (1 Kor. 1)


1 Samuel 19, 1 Korinthiërs 1, Klaagliederen 4, Psalm 35
Evangelicalen trekken regelmatig een duidelijke grens tussen rechtvaardiging en heiliging. Rechtvaardiging is Gods verklaring dat een individuele zondaar rechtvaardig is – een verklaring die niet gegrond is op het feit dat hij of zij rechtvaardig is, maar in Gods aanvaarding van Christus’ dood in de plaats van die van de zondaar, in God die aan de zondaar de gerechtigheid van Christus schenkt.

Het markeert het begin van de pelgrimsreis van de gelovige. Vanuit het oogpunt van de gelovige is gerechtvaardigd worden een definitieve ervaring, verbonden met Gods plannen in de dood van Christus, eens en voor altijd.

In contrast daarmee, werd heiliging in de Protestantse traditie gewoonlijk verstaan als verwijzend naar het proces waardoor gelovigen geleidelijk aan heiliger worden. (Heilig en geheiligd/heiliging hebben in het Grieks dezelfde wortel). Dit is geen ervaring van eens en voor altijd; het weerspiegelt een levenslange pelgrimstocht, een proces dat niet definitief voltooid zal zijn tot het ontstaan van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Het is niet wat God ons schenkt, hoe Hij ons beschouwt; het is wat we, door Hem bekrachtigd, kunnen worden.

Als we niet het onderscheid kunnen maken tussen rechtvaardiging en heiliging, eindigt dit meermaals in een vervaging van de rechtvaardiging. Als rechtvaardiging een nuance van persoonlijke groei in gerechtigheid krijgt, dan duurt het niet lang of de gerechtelijke, verklarende aard van de rechtvaardiging verdwijnt uit het zicht, en via de achterdeur halen we weer een bepaalde werken-gerechtigheid binnen.

Historisch is de waarschuwing natuurlijk heel terecht gebleken. Men moet altijd waakzaam zijn de nadruk van Paulus op rechtvaardiging te bewaren. Maar de HEILIGING-woordgroep werd door deze analyse niet altijd goed gediend. Zij die Paulus bestuderen hebben lang opgemerkt dat soms van mensen gezegd wordt dat ze ‘geheiligd’ zijn in een POSITIONELE of DEFINIËRENDE zin – dit wil zeggen, ze worden apartgezet voor God (POSITIONEEL), en daarom zijn ze al geheiligd (DEFINIËREND). In dergelijke passages gaat het niet over het proces van progressief heilig worden.

De meeste Schriftplaatsen waar Paulus het heeft over ‘heilig’ worden of ‘geheiligd’ vallen onder deze POSITIONELE of DEFINIËRENDE categorie. Dit is beslist het geval in 1 Korinthiërs 1:2: Paulus schrijft ‘aan de gemeente van God in Korinte, geheiligd door Christus Jezus, aan hen die zijn geroepen om zijn heiligen te zijn’ (NBV). De Korinthiërs zijn al geheiligd: ze zijn apartgezet voor God. Daarom zijn ze geroepen om heilig te zijn – d.w.z. om te leven in lijn met hun roeping (waar ze over het algemeen in gefaald hebben, en dan nogal opvallend ook, te oordelen naar de rest van het boek).

Natuurlijk zijn er veel passages die spreken over groei en vooruitgang die niet de term ‘HEILIGING’ gebruiken; denk om te beginnen maar eens na over Filippenzen 3:12-16. Als we kiezen om ‘HEILIGING’ te gebruiken als een term uit de systematische theologie om deze groei te beschrijven, doen we er niet verkeerd aan. Maar dan mogen we deze betekenis niet teruglezen in Paulus’ gebruik van het woord op momenten waar zijn focus elders ligt.


Eigen vertaling van de overdenking bij 27 augustus uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten