maandag 7 april 2014

'Toen ging er vuur uit van de HERE' (Lev. 10)


Leviticus 10; Psalmen 11-12; Spreuken 25; 1 Thessalonicenzen 4
In Leviticus 8 worden Aäron en zijn zonen via een door God voorgeschreven ritueel tot priesters gewijd. In Leviticus 9 beginnen ze hun dienst. Hier, in Leviticus 10, nog altijd binnen de zeven dagen van hun wijdingsrituelen, stoppen twee zonen van Aäron, nl. Nadab en Abihu, kolen in hun vuurpannen en voegen er reukwerk bij, schijnbaar in de overtuiging dat ze iets zullen toevoegen aan de ceremonies en rituelen die God instelde.

Maar ‘Toen ging er vuur uit van de HERE en dit verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht des HEREN’ (10:2). Voor Aäron zich kan verzetten komt Mozes met een woord van God: ‘Dit is het, wat de HERE gesproken heeft: aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de Heilige betonen en ten aanschouwen van het gehele volk zal Ik Mij verheerlijken. En Aäron zweeg’ (10:3).

Dit is niet alles. Mozes benadrukt dat Aäron en zijn overblijvende zonen, Eleazar en Ithamar, de heilige wijdingscyclus niet mogen onderbreken om deel te nemen aan de publieke rouw om Nadab en Abihu. Ze mogen de tabernakel niet verlaten, want ‘de zalfolie des HEREN is op u’ (10:7). Neven zullen zich over de stoffelijke overschotten ontfermen en de familieverplichtingen op zich nemen (10:4-5).

Wat moeten we ervan denken? Een cynicus zou zeggen dat dit rituelen boven mensen stelt. Is God niet een beetje ongevoelig wanneer Hij twee fijne zonen neerslaat die slechts poogden om de aanbiddingsdienst wat op te leuken?

Ik beweer allerminst alle antwoorden te hebben. Maar denk na over volgende punten:

(1) God heeft meermaals gezegd dat al wat verbonden is met de dienst van de tabernakel precies moet gebeuren volgens het op de berg aangeleverde patroon. Hij heeft zich al een God betoond die geen rivalen duldt en die verwacht te worden gehoorzaamd. Wat er op het spel staat is of God wel God is.

(2) Doorheen de Bijbel merk je dat, hoe dichter het volk bij tijden en omstandigheden van openbaring of opwekking staat, hoe directer de Goddelijke straf is tegen wie Hem vertreden. Uzza steekt zijn hand uit om de ark niet te laten vallen en wordt gedood; Ananias en Saffira worden gedood omwille van hun leugens. In koudere, meer rebelse tijden, lijkt het of God het volk buitengewoon ver laat gaan in het kwade voor Hij de teugels aanhaalt. Maar de eerstgenoemde periodes brengen grotere zegen: meer van de onmiddellijke tegenwoordigheid van God, meer toegewijde ijver onder het volk.

(3) In de context bekeken hadden Nadab en Abihu haast zeker provocerende en weerspannige motieven. Want wanneer Aäron een andere aanpassing doorvoert in het ritueel, met de beste motieven, ontmoet hij verrassende flexibiliteit (10:16-20).

(4) Deze stevige les bereidde de priesters voor op dat andere belangrijke onderdeel in hun dienst: ‘opdat gij scheiding kunt maken tussen heilig en onheilig, tussen onrein en rein, en opdat gij de Israëlieten kunt onderwijzen in al de inzettingen die de HERE door de dienst van Mozes tot hen gesproken heeft (10:10-11, cursief toegevoegd).


Eigen vertaling van de overdenking bij 7 april uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten