woensdag 20 november 2013

Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten (Amos 9)


1 Kronieken 15; Jakobus 2; Amos 9; Lukas 4
Alhoewel Amos 9 een aantal nogal afschrikwekkende dreigementen van oordeel bevat, eindigt het op een positief akkoord in een driedelige harmonie.

(1) Het oordeel zal niet totaal zijn, maar gedeeltelijk. ‘Evenwel zal Ik het huis Jakobs niet geheel en al verdelgen’, verklaart de Heer (9:8). Het ziften zal zeer grondig gebeuren (9:9-10), maar God zal een overblijfsel sparen.

Ongeveer vanaf de tijd van Elia, wordt het overblijfselthema met elke nieuwe eeuw sterker. Wie erover nadenkt pikt het op en wordt zeer bemoedigd: God bewaart altijd een aantal trouwe mensen.

(2) ‘Te dien dage’ – een profetische formule die uiterst flexibel is in betekenis – zal God ‘de vervallen hut van David weder oprichten’ (9:11). God zal het Davidisch koningshuis weer in zijn vroegere pracht herstellen – zelfs nog grootser, zoals het volgende vers suggereert.

Amos waarschuwde het noordelijke koninkrijk; op dat ogenblik was het Davidisch koningshuis, hoezeer ook geslonken, nog altijd ongeschonden in het zuiden. Deze profetie voorziet niet het herstel van het koningshuis nadat het voor een tijd heeft opgehouden te bestaan (wat de wijze is waarop de latere profeten spreken, anderhalve eeuw na Amos). Veeleer voorspelt het het herstel van het koningshuis in zijn vroegere heerlijkheid en meer.

(3) De slotverzen van het hoofdstuk (9:13-15) schetsen een zodanige tijd van vruchtbaarheid in het land dat de ploeger wordt ingehaald door de maaier – een prachtig beeld van bijna wonderlijke vruchtbaarheid. De vervallen steden zullen worden heropgebouwd en Israël zal nooit meer uit het land worden ontworteld.

Wanneer worden deze profetieën vervuld? De eerste is zeker vervuld in de gebeurtenissen van rond de ballingschap, maar vergelijkbare gebeurtenissen hebben zich sindsdien vele malen voorgedaan. God heeft toen een overblijfsel bewaard, en Hij heeft dat sindsdien altijd gedaan.

Sommigen denken dat, eens de buitensporige taal van de slotverzen met een korrel zout wordt genomen, deze beloften werden vervuld toen het volk naar het land terugkeerde na de ballingschap. Maar de tekst zegt dat het ‘niet meer’ zou worden ontworteld, en dit gebeurde natuurlijk wel.

Dus moet je ofwel concluderen dat Amos blunderde of dat deze belofte niet werd vervuld in de periode na de ballingschap. Die periode was zeker geen getuige van het herstel van het Davidische rijk. Dus voorzien sommigen een letterlijke vervulling in de toekomst.

Maar christenen zullen zich herinneren hoe 9:11-12 wordt toegepast door Jakobus bij de apostelvergadering in Jeruzalem (Hd. 15:16-17). Hij benadrukt dat Jezus de Davidische koning is, dat zijn regering deze belofte vervult, dat de zegeningen voor de heidenen waarop hier wordt gezinspeeld in vervulling gaan bij het uitbreiden van het evangelie naar de heidenen.

Dit suggereert een typologische vervulling van een aantal Oudtestamentische profetieën – een benadering die consequenties heeft voor hoe we ook bepaalde andere Oudtestamentische profetieën lezen.


Eigen vertaling van de overdenking bij 20 november uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten