zaterdag 6 april 2013

Betoont gij u slap ten dage der benauwdheid, dan komt uw kracht in het nauw (Spr. 24)


Leviticus 9; Psalm 10; Spreuken 24; 1 Thessalonicenzen 3
Veel van de verzen in Spreuken 24 lijken opgesteld in een tijd van gevaar, wanneer het kwaad sterk is en de uitkomst onzeker:

(1) ‘Betoont gij u slap ten dage der benauwdheid, dan komt uw kracht in het nauw’ (24:10). Dit kan een onbehaaglijke gedachte zijn, maar ze moet worden gezegd. Iedereen kan vooruit bulldozeren wanneer de koers bergafwaarts gaat. En natuurlijk is onze sterkte ook vaak werkelijk klein. Hoe vaak ontdekken christenen, met Paulus, dat Gods kracht zich in onze zwakheid ten volle openbaart (2 Kor. 12:1-10).

(2) Terwijl ik dit schrijf is een vreselijke zaak aan het licht gekomen. Een universiteitsstudent gluurde over de muur in een openbaar toilet en zag hoe zijn vriend een zeer jong meisje misbruikte en sloeg, en hij liep weg en deed er niets aan. Later vertelde de vriend hem dat hij het meisje had vermoord, dat de volgende morgen ineengezakt werd gevonden in het toilet. Nog altijd deed de universiteitsstudent niets.

Dit is een microkosmos van degenen die iets van de terreur van Holocaust opmerkten en niets deden. Dus hoor het woord van de Here: ‘Red hen die ten dode gegrepen zijn, wend u niet af van hen die ter slachting wankelen. Wanneer gij zegt: Zie, wij wisten dit niet – zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken, en Hij, die op uw ziel let, het niet weten, en de mens naar zijn doen vergelden?’ (24:11-12).

(3) ‘Wees niet afgunstig op de boosdoeners noch naijverig op de goddelozen; want voor de boze is er geen toekomst, de lamp der goddelozen wordt uitgeblust’ (24:19-20). De gelovige moet kijken naar de lange termijn. Als we alles beoordelen door wie wint en wie verliest op de korte termijn van onze eigen levens, zullen we vaak gefrustreerd zijn. Maar God de Rechter heeft het laatste woord.

(4) Veronderstel dan dat de goddeloze, of minstens je vijand die je als goddeloos beschouwt, met vreselijke tegenslagen te maken krijgt, zelfs in dit leven. Ook hier is er een goede en een verkeerde manier om daarmee om te gaan. ‘Als uw vijand valt, verheug u dan niet; als hij struikelt, jubele uw hart niet’ (24:17).

Waarom niet? Omdat je dan afgedaald bent tot op zijn niveau, en ‘opdat de HERE het niet zie en het Hem mishage, zodat Hij zijn toorn van hem zou afwenden’ (24:18) – en heel goed mogelijk, die op jou zou richten. Zoals ‘de wijzen’ stellen, ‘Zeg niet: Zoals hij mij deed, zo zal ik hem doen; ik vergeld de man naar zijn doen’ (24:29).

Het kan niet anders of christenen horen in deze woorden een vooruitgrijpen naar de ‘gouden regel’, een uitspraak van de Heer Jezus zelf: ‘Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten’ (Mt. 7:12).


Eigen vertaling van de overdenking bij 6 april uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten