Hoe verklaar je dit?

Paulus vluchtte weg van Christus; Christus achtervolgde en overmeesterde hem.
Paulus weerstond Christus; Christus ontwapende hem.
Paulus vervolgde Christus; Christus bekeerde hem.
Paulus was een vreemdeling; Christus maakte hem een gezinslid.
Paulus was een vijand; Christus maakte hem een vriend.
Paulus was ‘in het vlees’; Christus bracht hem ‘in de geest’.
Paulus was onder de wet; Christus bracht hem onder genade.
Paulus was dood; Christus maakte hem levend voor God.
Hoe verklaar je dit? Paulus geeft geen verklaring; hij zingt:

“Gezegend zij de God die ons gezegend heeft ... Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren”

Door Lewis B. Smedes, Union With Christ, blz. 86-87.
Gelezen bij Ray Ortlund en vrij vertaald.