Doorheen de geschiedenis hebben veel gelovigen antwoorden van God gezocht door vragen te stellen, ook in de Schrift zelf. Deze vragen stellen is een werk van geloof, want we weten dat God de antwoorden heeft.
Wanneer David lijdt door toedoen van goddeloze mensen, roept hij het uit:
Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,
bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht?
Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet,
en 's nachts, maar ik vind geen stilte.
(Ps. 22:2-3)
In Ps. 73 roept Asaf het uit:
Ja, voor niets heb ik mijn hart gezuiverd
en mijn handen in onschuld gewassen.
Want de hele dag word ik gekweld
en mijn bestraffing is er elke morgen.
Waarom lijden we? Wat doet God toch? Waar is de gerechtigheid? Waarom voel ik me zo eenzaam? God, ben je me vergeten?
Deze vragen komen niet van nergens, maar ze komen voort uit het kennen van de beloften van God, zonder de ervaring van deze beloften te vinden in de schaduwen van de dood.
Het is goed om vragen te stellen om de waarheid te herontdekken waarop we het zicht verliezen. In elke beproeving hebben we de keuze:
- onze tanden knarsen en de lasten en vragen alleen in onze harten dragen;
- ze allemaal bij de God brengen die ons antwoordt.
Wanneer we vragen stellen in onze pijn, zoeken we naar de God die er is. Het is het verlangen om God te zien handelen op manieren die Hij heeft beloofd te zullen gebruiken.
Komen we nederig met onze vragen, dan ontkennen we zijn karakter niet, maar zoeken we de God die zich heeft geopenbaard als rechtvaardig, genadig, goed en liefdevol.
Wanneer we bidden, in het bijzonder in lijden, dan uiten we een smeekbede tot God om ons te antwoorden, terwijl we wachten in geloof dat Hij dit zal doen in volmaakte voorzienigheid. Laten we niet twijfelen.
Vertrouw op de HEERE met heel je hart,
en steun op je eigen inzicht niet.
Ken Hem in al je wegen,
dan zal Híj je paden rechtmaken.
(Spr. 3:5-6)
Vrije bewerking naar Joe Thorn in Tabletalk januari 2016