zaterdag 18 april 2015

Er zijn dromen in menigte, zo zijn er ook talrijke ijdele woorden; vrees echter God (Pred. 5)

Leviticus 22; Psalmen 28-29; Prediker 5; 2 Timoteüs 1

De Leraar pauzeert in zijn argumentatie om een aantal gedachten en waarheden te formuleren met betrekking tot hoe je moet leven in de wereld zoals die is, inclusief in de religieuze wereld. Zijn rede neemt een pragmatische wending die gaat van Prediker 4:9 tot 5:12.

Hier focussen we op Prediker 5:1-12, een gedeelte dat kan onderverdeeld worden in twee blokken materiaal.

In het eerste beschrijft en veroordeelt Qohelet de louter vrome man. Zijn doel is niet de volleerde hypocriet die zo vaak wordt veroordeeld door de profeten, maar de subtielere hypocriet die ervan houdt deel te nemen aan aanbiddingsdiensten, die vroom praat, en die maar zelden zijn beloften houdt of voor God uitvoert waarvoor hij zich vrijwillig aanmeldde.

‘Behoed uw voet, als gij naar Gods huis gaat; immers, naderen om te horen is beter dan het offeren der dwazen’, luidt de raad van de leraar in 4:17. ‘Wees niet overijld met uw mond, en uw hart haaste zich niet om een woord voor Gods aangezicht uit te spreken’, luidt zijn goede raad, ‘want God is in de hemel en gij zijt op de aarde, laten daarom uw woorden weinige zijn’ (5:1).

Maar als je God toch een gelofte gedaan hebt, ‘talm er dan niet mee die in te lossen, want Hij heeft geen welgevallen aan de dwazen; wat gij beloofd hebt, moet gij inlossen. Het is beter, dat gij niet belooft dan dat gij belooft en niet inlost’ (5:3-4). ‘Er zijn dromen in menigte, zo zijn er ook talrijke ijdele woorden; vrees echter God’ (5:6).

Gezamenlijke aanbidding is niet de tijd om te dagdromen, om je terug te trekken in mentaal gefantaseer. Dit is de aanbidding van een dwaas. Alle vrome woorden en gezamenlijke uitdrukkingen en geloofsbelijdenissen worden herleid tot ijdelheid. Als je je weg verderzet doorheen de schijnbare ijdelheid van het leven, blijf dan minstens standvastig op dit punt: heb ontzag voor God.

Het tweede blok waarschuwt voor de ijdhelheid van rijkdom. In een gevallen en gebroken wereld, mogen we niet verrast worden door corruptie die de mensen afzet die onderaan de pikorde staan (5:7-8). Natuurlijk zouden we bewindvoerders moeten ondersteunen; ambtenarij is beter dan anarchie.

Niettemin is corruptie in veel culturen als een plaag, waarbij de roofdieren hoger op de ladder voortdurend streven naar meer en grotere stukken van de taart. De commentaren van de leraar zijn droog en volkomen in lijn met cynisch secularisme.

Het is een droevig feit dat liefde voor geld slechts meer liefde voor geld creëert (5:9). Onvermijdelijk trekt dit parasieten van allerlei slag aan, mensen die je vleien, die je niet echt kunt vertrouwen (5:10).

En tegen het eind van de dag laat geld je achter met slapeloze nachten – in tegenstelling tot de nachten van de werker, die zijn shifts werkt, zichzelf afbeult en geniet van een goede nachtrust (5:11).

De argumenten zijn pragmatisch, wanneer de leraar zich door het leven ploegt alleen bekeken van beneden uit.


Eigen vertaling van de overdenking bij 18 april uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten