maandag 9 december 2013

De HERE doet geen goed en Hij doet geen kwaad (Zef. 1)

2 Kronieken 9; Judas; Zefanja 1; Lukas 23
Ik wil een beetje zijdelings bij Zefanja 1:12-13 aanbelanden.

Er is meer dan één manier om God naar de zijlijn van de geschiedenis te verbannen. Sommigen doen dit door te beweren dat God slechts met tussenpozen handelt. Wanneer goede dingen gebeuren, is dat God; wanneer slechte dingen gebeuren, is dat de duivel – en er is niet een bepaalde zin waarin God soeverein blijft over de duivel.

Anderen beweren dat Gods voorzienigheid boven alles torent, maar steeds in lijn met wat plaatsvindt volgens de natuurlijke orde. Zo beweerden theïstische evolutionisten bijvoorbeeld in het verleden dat God tussenkwam bij dramatische momenten in het evolutieproces.

Nu is er een groeiend aantal theïstische evolutionisten dat beweert dat, op het vlak van de eigenlijke fysieke processen, hun positie niet verschilt van die van de atheïst, die hetgeen plaatsvindt exclusief verklaart in termen van natuurlijke processen.

De theïstische evolutionist beweert natuurlijk dat Gods voorzienigheid aan het werk was doorheen het proces. Maar zij zeggen dat indien God werkelijk had ingegrepen, we zouden terugkeren naar een soort ‘God-of-the-gaps’-scenario [een God die slechts goed is om de blinde vlekken in te vullen, JL].

Ze kunnen in schril contrast worden geplaatst met degenen die het toenemende bewijs citeren voor ontwerp in de geschapen orde, want die eenvoudige notie zou naturalistische veronderstellingen radicaal transformeren en de mechanismen veranderen die naturalistische wetenschappers gedwongen omarmen.

Maar weten ze wel zeker dat ze deze weg willen inslaan? Zouden ze dezelfde redenering toepassen als het gaat om de opstanding van Jezus? Zouden ze willen voorstellen dat alle krachten die Jezus uit de dood terugbrachten met een opstandingslichaam, in zuiver ‘natuurlijke’ termen kan worden uitgelegd?

Of zouden ze in dit geval zeggen dat God op dramatische wijze tussenkwam, en de structuren van de normale fysieke krachten opzijschoof om een verbijsterend wonder te verwezenlijken? En indien God dat in dit geval deed, waarom zou het dan zo moeilijk zijn om je voor te stellen dat Hij dit ook deed in het geval van de schepping – in het bijzonder wanneer het bewijs voor ontwerp, bewijs uit de fysieke orde, blijft toenemen?

Er zijn duidelijk veel manieren om God naar de periferie te verbannen. Maar misschien is de ergste eenvoudiger en veel schadelijker dan de beide wegen die ik tot nog toe vermeldde. De twee die ik heb beschreven vereisen een weldoordacht schema, een wereldbeeld.

Maar de ergste is zelden systematisch of doelbewust. DIe negeert God gewoon. Ze kan voorzienigheid in formele zin omarmen, maar in de praktijk denkt ze over geen van de implicaties van het dienen en gehoorzamen van een God die alles onherroepelijk bestuurt dieper door.

Ze kan blijmoedig de opstanding van Jezus belijden, maar verwacht geen andere tussenkomsten van God. Ze leest de geschiedenis, maar leert er niets uit dat strookt met de heilige Schrift.

Denk nu verder na over Zefanja 1:12-13.


Eigen vertaling van de overdenking bij 9 december uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten