vrijdag 28 juni 2013

De HERE zal u tot een eeuwig licht zijn en de dagen van uw rouw zullen ten einde wezen (Jes. 60)


Deuteronomium 33-34; Psalm 119:145-176; Jesaja 60; Matteüs 8
Is Jesaja 59 buitengewoon somber, dan is Jesaja 60 een uitbarsting van heerlijkheid. Hier keert Sion terug – niet het Jeruzalem dat de terugkerende ballingen geleidelijk heropbouwen, maar het ultieme Sion, het koninkrijk van God dat op aarde komt. Dat veel van de symboliek nog altijd afkomstig is van de historische stad, is geen verrassing. Maar het gezicht overstijgt elke louter aardse hoop.

Als bewijs merken we op dat er niet langer een zon of maan nodig is, ‘maar de HERE zal u tot een eeuwig licht zijn en uw God tot uw luister’ (60:19; vgl. Opb. 21:23). Hier staat de soevereine Heer zelf op, oneindig veel heerlijker dan welke aardse zonsopgang ook: ‘Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des HEREN gaat over u op’ (60:1).

Het voorgaande hoofdstuk stelt de diepe nood vast van het volk, het zuivere bewijs dat zij zichzelf niet echt kunnen veranderen. Dit hoofdstuk pikt de draad op bij dit donkere beeld en introduceert de enige mogelijke oplossing: ‘Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de HERE opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Volken zullen opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang’ (60:2-3).

Drie verdere opmerkingen:

(1) Dit Sion is een thuis voor natiën en vreemdelingen en koningen, voor ‘kustlanden’ (een manier om te verwijzen naar mensen die ver weg wonen), tot mensen uit landen die niets te maken hebben met het beloofde land (60:3, 9-10, 14).

Heidenen zullen zich voegen bij de Joden in dit koninkrijk, terwijl ze de trouwe Israëlieten eren die voor hen tot Sion behoorden. Het licht gaat op in Jeruzalem en verspreidt zich naar alle natiën.

(2) Al wie deze heerlijkheid weigeren staat oordeel te wachten: ‘Want het volk en het koninkrijk, die u niet willen dienen, zullen te gronde gaan, en die volken zullen zeker verwoest worden’ (60:12). De tekst biedt niet de hoop dat het uiteindelijke Sion iedereen zonder uitzondering verwelkomt; eerder verwelkomt het iedereen zonder onderscheid, mits zij ‘De stad des HEREN, het Sion van de Heilige Israëls’ (60:14) verwelkomen.

(3) Bovenal is er een blijvend heerlijk vooruitzicht van wat dit koninkrijk brengt. ‘Ik zal vrede tot uw overheid maken en gerechtigheid tot uw heerseres’, zegt God. ‘Van geen geweld zal in uw land meer gehoord worden (…) en gij zult uw muren Heil noemen en uw poorten Lof’ (60:17-19, cursief toegevoegd).

Volg de tijdsaanduidingen: de zon zal je licht niet meer zijn, de Heer zal je eeuwige licht zijn; je zon zal nooit meer opgaan; je dagen van rouw zullen eindigen; het volk zal het land voor eeuwig bezitten (60:19-21). De cycli van opstand en bekering zullen eindigen; de cycli van zegen en vloek zullen niet meer zijn. ‘Ik, de HERE, zal het te zijner tijd met haast volvoeren’ (60:22).

Ook dan, Kom, Heer Jezus.


Eigen vertaling van de overdenking bij 28 juni uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten