maandag 18 februari 2013

'Zo vergaat het de woning van hem die God niet kent' (Job 18)

Exodus 1; Lukas 4; Job 18; 1 Korinthiërs 5
De tweede ronde van de Suchiet Bildad (Job 18) bevat iets van wanhoop. Wanneer de argumentatie zwak is, gaan sommige mensen gewoon harder roepen.
Bildad begint met Job te vertellen dat het eigenlijk geen zin heeft met hem te praten tot hij zijn verstand gaat gebruiken (18:2). Job is slechter dan verkeerd: hij is verdorven of krankzinnig. In Bildads ogen wil Job zelfs de manier veranderen hoe het universum is georganiseerd, om maar zichzelf te kunnen rechtvaardigen: ‘Gij, die in toorn uzelf verscheurt, zal om uwentwil de aarde ontvolkt en een rots van haar plaats gerukt worden?’ (18:4).

De rest van het hoofdstuk is gewijd aan een vreselijke beschrijving van wat er gebeurt met de zondige mens – vernietigd, veracht, gevangen, onderworpen aan tegenslagen en rampspoed, verschrikt, opgebrand, afgesneden van de gemeenschap. ‘Zijn nagedachtenis vergaat van de aardbodem, zijn naam wordt op straat niet meer genoemd’ (18:17). Zowel mensen uit het oosten als uit het westen ‘zullen ontzet staan over zijn dag’ (18:20) – en dit betekent natuurlijk dat hij dient als een bewonderenswaardige morele les voor wie ogen heeft om te zien.

Tot op dit moment schaarden de drie ‘ellendige vertroosters’ zich gezamenlijk rond de gedachte dat Job zondig is. Tenzij het laatste vers van het hoofdstuk louter parallellisme is, lijkt de aanklacht nu nog wat verder te worden verscherpt: ‘Waarlijk, zo gaat het met de woning van de verkeerde, zo met de woonplaats van hem die God niet erkent’ (18:21). Kortom, Job is niet alleen slecht, maar ook nog eens volkomen kortzichtig over God.

Het is tijd om wat langer stil te staan bij dit soort aanklacht. Aan de ene kant is hetgeen Elifaz, Bildad en Sofar blijven zeggen volledig in lijn met een terugkerend thema uit de Schrift: God is rechtvaardig, recht zal geschieden en dit zal ook gezien worden. Iedereen zal op een dag erkennen dat God rechtvaardig is – hetzij in de ontzaghebbende onderwerping van het geloof, hetzij in de ontzetting die tot de rotsen en bergen roept om hen te verbergen voor de toorn van het Lam (Opb. 6). Het thema duikt op in bijna elk van de grote delen van de Bijbel.

Het alternatief voor oordeel is verschrikkelijk: er is geen uiteindelijk en volmaakt oordeel, en daarom geen gerechtigheid, en daarom geen belangwekkend verschil tussen rechtvaardig en verkeerd, tussen goed en kwaad. Hebben we geen oordeel, dan zou dit gelijkstaan met het ontkennen van de betekenis van zonde.

Maar dit standpunt te snel toepassen, te mechanisch, of op een manier dat het lijkt alsof we toegang hebben tot alle feiten, staat gelijk met het ontkennen van de betekenis van zonde vanuit een ander opzicht. Onschuldig lijden (zoals we hebben gezien) wordt uitgesloten. Een goed mens zondig noemen om maar het systeem te kunnen in stand houden is niet alleen persoonlijk harteloos, maar relativeert goed en kwaad; het stelt God al evenzeer aan de kaak als het stellen dat er geen verschil is tussen goed en verkeerd. Soms moeten we ons eenvoudig beroepen op het mysterie van het lijden.


Eigen vertaling van de overdenking bij 18 februari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten