vrijdag 28 december 2012

'En een stem ging uit van de troon, zeggende: Looft onze God, al zijn knechten' (Opb. 19)


2 Kronieken 33, Openbaring 19, Maleachi 1, Johannes 18

Openbaring 19 is onderverdeeld in twee delen. In het eerste deel hoort Johannes de luide roep van een grote menigte in de hemel die verscheidene zinnen uitroepen van ongeremde lofprijzing, met diverse anderen die zich erbij aansluiten in antiphonale eenheid.

De eerste strofe van bewondering (19:1-3) prijst God omdat Hij de grote hoer geoordeeld heeft (zie de overdenkingen van 26 en 27 december), en op die manier de waarachtigheid en rechtvaardigheid van zijn oordelen aangetoond heeft (19:2).
Deze strofe wekt een refrein op: ‘Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden’ (19:3), en de oudsten rond de troon vallen in met bewonderende instemming (19:4).

Een stem klinkt vanuit de troon en roept al Gods dienstknechten op zich aan te sluiten bij de lofprijs – ‘die Hem vreest, gij kleinen en gij groten’ (19:5) – en opnieuw hoort Johannes een grote menigte in de donderende lofbetuiging. Nu ligt de focus minder op Gods gerechtigheid in het veroordelen van de hoer, en meer op de zuivere heerlijkheid van de regering van ‘de Here, onze God’ en op de nakende ‘bruiloft van het Lam’ (19:6-8).

Het tweede deel van het hoofdstuk schildert Jezus in hoogst symbolische bewoordingen. Nog maar eens is het belangrijk onszelf eraan te herinneren hoe de apocalyptiek zijn metaforen kan mengen. Hij die vanaf hoofdstuk 5 het vaakst wordt beschreven als het Lam (een beschrijving die nog altijd zeer gebruikelijk is in de hoofdstukken 21 en 22) wordt nu getoond als een strijder die op een wit paard rijdt. Die strijder wordt genoemd ‘Getrouw en Waarachtig’ (19:11); zijn naam is ‘Het Woord van God’ (19:13, vergelijk met Joh. 1:1, 14), en zijn titel is ‘Koning der koningen en Here der heren’ (19:16).

Hij leidt de legers van de hemel in de finale aanval tegen de twee beesten (d.w.z. tegen het beest en de valse profeet) en tegen al wie hun teken dragen. Zijn wapen is een scherp zwaard dat uit zijn mond komt: Hij hoeft slechts te spreken om te winnen.

Van Hem staat er: Hij ‘treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen’ (19:15), wat ons herinnert aan het angstwekkende beeld van 14:19-20.

Aan de ene kant brengt Openbaring 19 de verhaallijn van het boek Openbaring niet verder. Het doet daar ook geen poging toe. Er is ons al verteld dat God de grote hoer uitschakelt, dat zij die het teken van het beest dragen de toorn van God moeten ondergaan, enzovoort.

Wat dit hoofdstuk toevoegt – en dat is vitaal – is de volkomen nuttige herinnering dat God de absolute controle uitoefent, dat Hij geprezen moet worden voor zijn rechtvaardige oordelen over al wat boos is, en dat degene die op het einde alle tegenstand vernietigt niemand anders is dan Jezus Christus.

Bovendien wordt dit allemaal niet alleen overgebracht in de spectaculaire taal van de apocalyptiek, maar met de jubelende tong van enthousiaste lofprijzing. Impliciet worden we als lezers uitgenodigd ons daarbij aan te sluiten, zelfs als we dat op dit moment nog doen door geloof en niet door aanschouwen.


Eigen vertaling van de overdenking bij 28 december uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten