zondag 16 december 2012

'Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon' (Opb. 7)



2 Kronieken 18, Openbaring 7, Zacharia 3, Johannes 6
Er zijn veel geschilpunten als het gaat over de uitleg van Openbaring 7. Wie zijn bijvoorbeeld de 144.000 (7:4)? Zijn ze dezelfde mensen als de grote menigte die niemand kon tellen (7:9), zoals in hoofdstuk 5 de Leeuw ook het Lam is? Wat of wanneer is de ‘grote verdrukking’ (7:14)? Is het een korte periode? En indien dit het geval is – in het jaar 70 n.C., of tegen het einde der tijden? Of is het een manier om te verwijzen naar de volledige periode tussen Jezus’ eerste en zijn tweede komst?

Maar hier zal ik mijn aandacht beperken tot drie elementen in Johannes’ beschrijving van de ‘grote schare die niemand tellen kon’.

Ten eerste komen zij voort ‘uit alle volk en stammen en natiën en talen’ (7:9). Er is zelfs geen vleugje van racisme hier. Dit thema blijft overigens opduiken in het boek. Bijvoorbeeld al in Openbaring 5:9 zingen de oudsten een nieuw lied voor het Lam: ‘Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie’.
Gods uiteindelijke gemeenschap is transnationaal, transtribaal, transraciaal en translinguïstisch (of overstijgt volken, stammen, rassen en talen).

In die zin grijpt Los Angeles beter vooruit op de hemel dan Tulsa, Oklahoma (omdat de bevolking er demografisch veel meer varieert. Je kunt het in België vergelijken met bijvoorbeeld Antwerpen of Brussel, tegenover een stad als Brugge, JL). Laat de kerk, gesterkt door Gods genade, nu al zo ruimhartig mogelijk uitleven wat ze op een dag zal zijn.

Ten tweede draait alles wat aan deze mensen belangrijk is om het werk van God, verwezenlijkt door het Lam – het draait kortom om het evangelie van God. Zo staan ze ‘voor de troon en voor het Lam’ (7:9); ze roepen ‘met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam!’ (7:10).

Terwijl de engelen God aanbidden (7:11-12), wordt aan Johannes over deze mensen verteld: ‘zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams’ (7:14). Kortom, wat er ook nog allemaal aan andere zaken gevonden wordt in Openbaring, dit boek vloeit over van het evangelie.

Ten derde ligt het ultieme vooruitzicht voor de grote schare niet in dit leven. Zij zijn ‘voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel’ (7:15). Niets slechts zal hen ooit nog overkomen (7:16). ‘Want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen’ (7:17).

Het boek Openbaring wakkert de vlam aan van moed en trouw in dit leven, zelfs in de klauwen van de meest venijnige tegenstand, door de meest heerlijke vooruitzichten voor te houden met betrekking tot het leven dat nog komt.


Eigen vertaling van de overdenking bij 16 december uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten