Uit een preek over het boek Jona, voornamelijk Jona 2, haal ik volgende hoofdlijnen.
God beantwoordt onze noodkreten(2:1-2)
1. ... Ondanks onze schuld (zie hfdst1)
> Jona stond schuldig tegenover God maar wordt wel gered uit zijn diepe nood
2. ... Ondanks Zijn straffende oordeel (2:3)
> Jona wordt door God zelf bestraft. Jona beseft het: achter de handen van de zeelieden die hem in zee werpen, ziet Jona de hand van God.
Achter de woeste golven die over Jona heenslaan, ziet hij een toornende God.
Maar God redt hem.
3. ... In onmogelijke omstandigheden (2:5-6)
> Voor God is niets onmogelijk: Mk.10:27. Toen Jona overspoeld werd, trok God hem d.m.v. de vis uit de diepte.
4. ... Op het gepaste tijdstip: als de nood het hoogst is (2:7)
> Jona wanhoopte zelfs aan zijn leven, zag zich tot in het dodenrijk neerdalen.
Maar God redt. Vgl. Habakuk 1:2: "Hoe lang, HERE, roep ik om hulp, en Gij hoort niet ..."
5. ... In fasen
> Op Jona's noodkreet volgt eerst de vis, pas later wordt Jona aan land gespuwd.
6. ... Om bij ons trouw en dank te bewerken (2:8-9)
> Jona's wedervaren wekt bij hem dankbaarheid over de redding. Vergelijk Psalm 50:15, de hemelse telefoonlijn: "Roep mij aan ten dage der benauwdheid; Ik zal u redden en gij zult mij eren". Na redding krijgt God de eer.
7. ... Om ons zo genadig te maken als Hij is (vgl. Jon.3-4)
> Jona krijgt een tweede kans, want God is nog niet met hem klaar. Hij wil Jona leren hoe genadig Hij over andere volkeren is. Jona zit te kniezen over zijn wonderboom; mag God dan niet genadig zijn over 120.000 mensen in Nineve, en het vele vee?
Jona is een historische figuur:
- Jezus Christus spreekt over Jona en zijn wonder als over ware gebeurtenissen in Mattheüs 12:40-41:
"Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona!"
- Jona wordt met naam vermeld in de geschiedschrijving van 2Kon.14:25, en tegelijk wordt zowel de naam van zijn vader vernoemd als zijn woonplaats:
"Jerobeam herstelde de grens van Israël, van Lebo-Hamat tot aan de Zoutzee, zoals de HEER, de God van Israël, had voorzegd bij monde van zijn profeet Jona, de zoon van Amittai, uit Gat-Hachefer."
In de poëzie van Jona 2 zit een duidelijk chiasme, met vers 4 als centrale vers.
> vers 2: Jona schreeuwt uit de schoot van het dodenrijk
>>> vers 3: Jona in het hart van de zee, helemaal overspoeld
>>>>> vers 4: zou ik ooit weer Uw heilige tempel aanschouwen?
>>> vers 5: Jona omringd door wateren, helemaal overspoeld
> vers 6: Gij trok mijn leven uit de groeve (het dodenrijk) omhoog
De redding is des Heren! (vers 9)
Bewerking van een preek van John Piper en gegevens uit het boek "Salvation Through Judgment & Mercy" door Bryan D. Estelle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten